Siert Bruins moet in september na bijna 70 jaar toch nog bij de rechtbank in het Duitse Hagen terechtstaan voor zijn betrokkenheid bij het doodschieten van verzetsstrijder Aldert Klaas Dijkema uit Bierum. Dat gebeurde in de nacht van 21 op 22 september 1944 in de buurt van Appingedam.

Een paar jaar cel wordt voor hem, gezien zijn leeftijd, ook eigenlijk levenslang, concludeert Kniffka in een gesprek met het ANP. Er moet volgens hem na een eventuele veroordeling dan ook gekeken worden of Bruins nog in staat is om een gevangenisstraf te ondergaan.

Maar zover is het nog lang niet, benadrukt de strafpleiter. Eerst moet het proces tegen Bruins nog worden gehouden en dat wordt nog een hele kluif, verwacht hij. „Uiteindelijk zal er hoe het vonnis ook luidt, of door de aanklager of door ons, hoger beroep worden aangetekend.”

Sinds het moment dat Bruins weet dat hij toch nog voor de moord op Dijkema wordt vervolgd, is dat een grote belasting voor hem geworden. De spanningen in de aanloop naar het proces hebben kennelijk zo veel effect op hem, dat hij onlangs nog in het ziekenhuis heeft gelegen met hartproblemen. „Daarom zullen de procesdagen ook niet langer dan 3 uur in beslag gaan nemen”, kondigt Kniffka aan.

„Bruins gaat geen ziekte faken. Daar is hij de man niet naar. We gaan niet gelijk proberen om het proces te stoppen om gezondheidsredenen. Dat zullen we alleen doen als het niet anders kan”, zegt de advocaat. „De zaak zal met maximaal 3 uur per dag wel een tijd gaan duren, verwacht ik.”

Kniffka kan niet zeggen of Siert Bruins spijt heeft van zijn rol in de Tweede Wereldoorlog. „Dat heb ik hem niet gevraagd.”

„Hij ziet de dingen nu wel anders dan tijdens de oorlog, toen hij nog zo van de bij hem heersende ideologie was vervuld”, weet de raadsman. „Hij is in Duitsland een normaal leven gaan leiden. Mijn cliënt is nu niet meer zo verblind. Hij zou het nu nooit meer zo doen.”