Italiaanse havenstad Livorno telt veel buitenlandse kerken
LIVORNO. Toen Livorno dé vrijhaven aan de Ligurische Zee was, trok de Italiaanse stad handelslieden van alle godsdiensten aan. Vooral protestanten en joden deden goede zaken in de grootste stapelplaats van de Middellandse Zee.
Livorno is tegenwoordig vooral bekend van de veerboten naar Corsica en Sardinië. Veel cruisegangers kennen Livorno omdat ze er aan land gaan om Toscane te bezichtigen. Weinig toeristen blijven hangen in de havenstad, die in de Tweede Wereldoorlog vrijwel met de grond werd gelijkgemaakt.
Vier eeuwen geleden was de situatie volstrekt anders. Buitenlanders bleven maar wat graag in Livorno, dat in de zeventiende eeuw de belangrijkste overslagplaats van goederen in het Middellandse Zeegebied was. De stad, die rond 1600 praktisch uit de grond was gestampt, had de bijzondere status van vrijhaven. Dat betekende vooral lage belastingtarieven in een tijd van hoge tolheffingen en handelbarrières. Livorno was tot buiten de rooms-katholieke wereld befaamd om zijn religieuze tolerantie.
De vrijhaven had grote aantrekkingskracht op handelaren uit de toen bekende handelsgebieden. Engelsen, Armeniërs en Grieken bezochten Livorno. Ook joden en moslims deden er zaken. Sommige handelaren, zoals Nederlanders, stichtten er eigen handelsverenigingen met als doel wederzijdse ondersteuning, onder andere bij de godsdienstoefening en bij het begraven. Zo werd er een Nederlandse kerk in Livorno gebouwd.
Het succes van Livorno ebde weg in de negentiende eeuw toen er aan zijn bijzondere status een eind kwam. Alleen het steen, de kerken en de begraafplaatsen, getuigt nog van de roem van weleer.
Livorno kende in zijn hoogtijdagen als handelsstad ook grenzen aan religieuze verdraagzaamheid. De protestanten, met name van de zogeheten Nederlands-Duitse Natie en de Engelse Natie, konden het geloof wel uitdragen, zolang het niet te veel opviel.
Eigen kerken en begraafplaatsen waren aanvankelijk niet toegestaan. En dat vormde een probleem. Mogelijk door het gebrek aan een eigen begraafplaats kon het gebeuren dat een priester in 1667 in het begrafenisboek schreef: „De Vlaming Cornelis Johannesz van Winckel van 40 jaar heeft de dwaling van de lutherse sekte aangehangen. Op zijn sterfbed, waarbij hij hevige pijnen leed, heeft hij de ketterij afgezworen.”
De eerste buitenlandse kerken in Livorno waren van kerkgenootschappen die dicht bij Rome stonden. De oudste kerk die niet rooms-katholiek is, is een Grieks-orthodoxe kerk uit 1606 aan de Via della Madonna. Het kerkgebouw werd in 1945 gerestaureerd. Aan dezelfde weg ligt de Armeense kerk, waarvan alleen de façade nog overeind staat.
Ook de Madonnakerk, een rooms-katholieke kerk met onder andere de Nederlandse kapel en de Franse kapel, staat aan de Via della Madonna. Deze kapel was het religieuze middelpunt van de Nederlanders, toen deze gemeenschap hoofdzakelijk uit rooms-katholieken bestond. Aan het eind van de zeventiende eeuw waren de meeste Nederlandse leden echter protestants. Ze ijverden voor een eigen begraafplaats. Tegenwoordig bestaat die nog steeds, net als de Nederlandse kerk. Ze zijn wel in slechte staat.
De Engelstalige gemeenschap beschikte sinds 1844 over de neoclassicistische kerk van Sint-Joris. Deze anglicaanse kerk ging na de Tweede Wereldoorlog over in rooms-katholieke handen. De kerk ligt tegenover de oude Britse begraafplaats van Livorno. Het is de oudst bestaande protestantse begraafplaats van het Middellandse Zeegebied sinds 1645. De dodenakker wordt niet meer gebruikt, maar is niet ontmanteld. In 1840 ontstond er een nieuwe Britse begraafplaats buiten de stad. Verder is de Schots-presbyteriaanse kerk, in 1849 gebouwd in neogotische stijl, tegenwoordig in gebruik bij de waldenzische kerk.
Livorno beschikt ook over een oude en een nieuwe, nog in gebruik zijnde joodse begraafplaats. De oude synagoge, ooit een van de grootste van Italië, werd tijdens de Tweede Wereldoorlog verwoest. In 1962 werd een nieuwe synagoge gebouwd. De joden beschikken sinds 1600 over een begraafplaats, waarvan de eerste niet ommuurd was om de niet-katholieke dodenakker niet te zeer op te laten vallen.
Dit is het tweede en laatste deel van een serie over buitenlandse kerken in Livorno.