Buitenland

Zorgeloos bestaan van Joodse gemeenschap in Marokko is voorbij

Harry Amar vreest dat zijn kleine zusje nooit het Marokko zal kennen waarin hij opgroeide: een land waarin Joden en moslims vreedzaam samenleefden. De Joodse peuterspeelzaal van de 3-jarige Audrey moest een paar weken geleden worden ontruimd in verband met een bommelding. Sindsdien moet ze iedere dag door een politieafzetting heen om haar klas te bereiken.

Angela Doland (AP)
7 November 2003 21:06Gewijzigd op 14 November 2020 00:42

„Ik vraag me af wat het voor uitwerking op haar zal hebben”, zegt de 26-jarige Amar tijdens een pauze op zijn werk, een importbedrijf voor kantoorartikelen. „Het is moeilijk, zeker als je nog maar een kind bent.”

Marokko kent een lange geschiedenis als een land waarin Joden en moslims probleemloos deel uitmaakten van dezelfde maatschappij. Een hoopvol voorbeeld voor Israëliërs en Palestijnen. Maar de Joodse gemeenschap in Marokko, de grootste in de Arabische wereld, is het doelwit geworden van gewelddadige acties.

Op 16 mei kwamen bij zelfmoordaanslagen in Casablanca 45 mensen om het leven. Er waren geen Joden onder de slachtoffers, maar drie van de vijf aanslagen vonden plaats bij Joodse doelen: een begraafplaats, een zalencentrum en een restaurant. In september werden twee Joodse mannen vermoord. De een werd neergestoken terwijl hij op weg was naar de synagoge, de ander werd door gemaskerde mannen doodgeschoten.

De aanvallen schokten de Marokkanen, die prat gaan op hun tolerantie en die tot voor kort gespaard bleven voor terrorisme. De Joden vragen zich af of het verstandig is om te blijven. De meesten zijn niet van plan te vertrekken omdat het volgens hen een ramp zou zijn voor Marokko -en voor de geschiedenis- als de laatste overgebleven Joden hun spullen zouden pakken.

Er leven nu nog tussen de 3000 en de 6000 Joden in Marokko. In 1948 waren dat er 280.000. Velen van hen emigreerden naar Israël. Anderen zochten een beter bestaan in Frankrijk of Canada.

De meeste vrienden van Harry Amar uit zijn kindertijd zijn weggegaan. Al zijn ooms en tantes zijn verhuisd naar Israël of Frankrijk. „Als ik kon kiezen zou ik hier niet meer zijn”, zegt Amar, die een tijd in Israël en Groot-Brittannië heeft gewoond. Nu droomt hij van New York.

Volgens Joe Kadoch, de Joodse eigenaar van het restaurant dat doelwit was bij de aanslagen in mei, hebben de Joden in Marokko hun zorgeloosheid verloren met de aanslagen. „Er is voor en na”, zegt hij. „Ervoor was er het Marokko waarin zij vertrouwen hadden in de toekomst. Ik denk dat dat helemaal is verdwenen.”

Doordat de Joodse gemeenschap kleiner wordt, hebben moslims steeds minder contact met Joden en zijn de kansen geringer dat stereotypes en haat weggenomen worden, zegt Kadoch. Voordat de Joden massaal vertrokken, had iedere Marokkaan een Joodse vriend, vervolgt hij. „Dat is nu niet meer zo.”

Kadoch heropende zijn rustige Italiaanse restaurant twee weken na de aanslag weer. De stijlvolle entreehal, behangen met spiegels en kandelaars, raakte zwaarbeschadigd. Kadoch zegt dat hij verder moet met zijn leven en dat hij dat in Marokko wil doen. „Als de Joodse gemeenschap verdwijnt, zou een geschiedenis van duizenden jaren instorten.”

Tweeduizend jaar geleden vestigden de eerste Joden zich in Marokko, ongeveer zes eeuwen voordat de Arabieren de islam naar Noord-Afrika brachten. Hoewel er zwarte bladzijden zijn geweest, zoals de uitzetting van Joden uit sommige Marokkaanse steden in 18e eeuw en bloedige antisemitische rellen in 1948, hadden de Joden het in Marokko over het algemeen beter dan in Europa. Tijdens de inquisitie in Spanje bijvoorbeeld konden Spaanse Joden in Marokko terecht. En toen de nazi’s tijdens de Tweede Wereldoorlog in de toenmalige Franse kolonie op zoek gingen naar Joden gaf de sultan van Marokko hen te verstaan: „Er zijn hier geen Joden, alleen Marokkanen.”

De Marokkaanse regering heeft van het begin af aan haar steun gegeven aan het Arabisch-Israëlische vredesproces. Wijlen koning Hassan II ontving Israëlische leiders voor besprekingen terwijl andere Arabische leiders hen meden. Het koninkrijk was ook de plaats waar geheim overleg werd gevoerd dat leidde tot het historische bezoek van de Egyptische president Anwar Sadat aan Jeruzalem in 1977. Vandaag de dag is een van de belangrijkste adviseurs van koning Mohammed VI, Andre Azoulay, een Jood, iets wat elders in de islamitische wereld ondenkbaar is.

In de straten van Casablanca, een stad met 3 miljoen inwoners, wisselen koosjere slagers en Arabische supermarktjes elkaar af. Er zijn meer dan dertig synagogen te midden van honderden moskeeën met minaretten waaruit de oproep tot het moslimgebed schalt.

Veel Marokkanen zijn trots op de Joodse gemeenschap in hun land. Na de aanslagen in Casablanca gingen honderdduizenden mensen de straat op met spandoeken waarop ”Nee tegen de haat!” stond. Ongeveer 1200 Joden mengden zich in de betoging. „Iedereen applaudisseerde en kuste ons”, vertelt Serge Bedugo, voorzitter van de raad van de Joodse gemeenschap. Volgens hem hebben terroristen het niet voorzien op Joden maar op de tolerante en open maatschappij in Marokko.

Het moslimfundamentalisme neemt toe in Marokko. De bewegingen vergaren steun door voedsel uit te delen, ziekenhuisrekeningen te betalen voor de armen en mensen te leren lezen. Onder de arrestanten die werden opgepakt na de aanslagen in Casablanca waren imams die hun toehoorders vertelden dat het geen zonde is om Joden te doden.

Simon Levy is directeur van een stichting die zich inzet voor het behoud van het Joodse erfgoed in Marokko. Het is volgens hem van belang dat Joden in het land blijven om een voorbeeld te geven van de tolerantie die nodig is om de verspreiding van het moslimextremisme tegen te gaan. Levy’s stichting restaureert vervallen en leegstaande synagogen. De gebedshuizen die niet meer gered kunnen worden, haalt de stichting leeg. Pronkstukken zoals zilveren kandelaars en versierde preekstoelen worden ondergebracht in een museum.

Levy heeft een dubbele doelstelling. Hij verzamelt relikwieën om het Joodse leven in Marokko in kaart te brengen voor het geval de Joden uit het land verdwijnen. Tegelijkertijd probeert hij te laten zien hoe belangrijk het is dat ze blijven. „Zolang er een kleine gemeenschap blijft, behoren we nog niet tot de geschiedenis”, zegt Levy. „Het is makkelijk om weg te gaan, je hoeft alleen een vliegticket te kopen. Blijven is moeilijker. Maar het is mooier en betekenisvoller.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer