Hij schrijft in antwoord op kamervragen dat de telefoonmaatschappijen nog steeds vastzitten aan de contractuele verplichting om voor 2007 een landelijk dekkend netwerk tot stand te brengen.

Kamerleden van PvdA, GroenLinks en SP hadden vragen gesteld nadat een laboratoriumonderzoek met proefpersonen door TNO had uitgewezen dat straling afkomstig van UMTS-antennes voor mobiele telefonie kunnen leiden tot duizeligheid, tintelingen en concentratiestoornissen. Bij gsm-straling werden deze effecten niet gevonden. Tijdens het onderzoek werden in een speciale ruimte de effecten nagebootst van zowel UMTS- als gsm-antennes.

Naar aanleiding van de uitkomsten van het TNO-onderzoek pleitte de Stichting Meldpunten Netwerk Gezondheid en Milieu voor toepassing van het voorzorgsprincipe: geen antennes plaatsen totdat met zekerheid kan worden vastgesteld dat er geen schadelijke effecten zijn voor de gezondheid.

Het is onduidelijk of de door TNO gevonden effecten op de mens van de antennes tijdelijk zijn of blijvend. De ministers Brinkhorst (Economische Zaken), Hoogervorst (Volksgezondheid) en Dekker (Ruimtelijke Ordening) vinden verder onderzoek wel noodzakelijk en vragen daarover advies aan de Gezondheidsraad.

Zowel KPN als Vodafone is in proefregio’s volop bezig met de ontwikkeling van een dekkend UMTS-netwerk en breidt dit steeds verder uit. De antennes worden meestal geplaatst op flatgebouwen en hoogspanningsmasten.