De gezondheid van Bluyssen was volgens het bisdom al langer broos. „Toch komt het overlijden onverwacht voor het bisdom”. Bluyssen was van 1966 tot 1984 bisschop van Den Bosch.

Johannes Wilhelmus Maria Bluyssen werd op 10 april 1926 in Nijmegen geboren als zoon van een handelaar in koloniale waren. Hij volgt het klein- en grootseminarie van het bisdom Den Bosch en wordt priester gewijd. Bluyssen werkt van 1950 tot 1953 als kapelaan in Veghel. De drie volgende jaren studeert hij theologie aan het Angelicum te Rome, met als specialisatie spiritualiteit en mystiek. In 1961 benoemt paus Johannes XXIII hem tot hulpbisschop van Den Bosch met als speciale taak de zorg voor de toekomstige priesters en de liturgie.

Dit beleid werkt Bluyssen uit in “leidinggevende verkondiging” via herderlijke brieven, toespraken bij ontelbare gelegenheden en nota’s, zoals “samenwerking in overleg” (1968), “de opbouw van de kerk” (1971) en “de vele wegen en de ene weg” (1978). Aan het eind van zijn episcopaat keert Bluyssen zich tegen een opdeling van zijn bisdom.

Hij krijgt daarbij de steun van alle adviesorganen van zijn bisdom. In maart 1983 ondergaat Bluyssen in Utrecht een open hartoperatie. In december 1983 treedt hij met onmiddellijke ingang af. Na zijn vertrek publiceert hij samen met zijn vriend Gerard Rooijackers in twee delen zijn memoires, maar bemoeit zich niet met de ontwikkelingen in zijn bisdom na de voor velen teleurstellende benoeming van de hulpbisschop van Roermond, J.G. ter Schure, tot zijn opvolger.