Jood-zijn is hip in Moskou
De Joodse geschiedenis in Rusland kent zwarte bladzijden. Maar in de Moskouse wijk Marina Rosjtsja krijgt het Joodse leven weer kleur. „Nu heersen er stabiliteit en rust in Rusland. Daar profiteren we van.”
Het is hier net een klein dorp, lacht Vadim Barsoek (29). „Ik had al gehoord dat je bezig bent met een verhaal over de Joodse wijk van Moskou.” Barsoek zit aan de bar in de Joodse buurt van Moskou, iets ten noorden van het centrum. Eetbar The Hummus is nog maar een maanden open. Naast een pitabroodje met hummus staan ook falafel en baba ganoush op het krijtbord.
„Het loopt nog niet echt storm met de verkoop, maar dat heeft tijd nodig”, zegt Barsoek, met blauwe honkbalpet, over de eerste stappen van The Hummus. Hij is marketing manager van de Joodse supermarkt Pardes, waarin The Hummus is gevestigd.
Achter hem staan dozen matses. In de vitrines ligt koosjer vlees. Mannen met zwarte hoeden en pijpenkrullen rekenen af bij de kassa. Een enkeling tuurt naar de wand vol koosjere wijnen.
Pardes bestaat drie jaar en staat midden in de bloeiende Joodse wijk Marina Rosjtsja. Tegenover de supermarkt liggen het Russisch-Israëlische medisch centrum uit 2008 en het Joodse Museum en Tolerantiecentrum, dat in november is geopend en waar de Joodse geschiedenis in Rusland in beeld wordt gebracht.
Bij Pardes om de hoek is een Joodse uitgeverij gevestigd, en achter de supermarkt huist het uit 2000 stammende, drie verdiepingen tellende Moskouse Joodse Gemeenschapscentrum, met onder andere een synagoge, een restaurant en een boekwinkel. Het centrum zet de naastgelegen oude synagoge, met een afmeting van niet meer dan een huis, volledig in de schaduw.
Ook op straat is het Joodse leven duidelijk zichtbaar. Een man met pijpenkrullen komt in een lange zwarte jas met een kinderwagen richting Pardes aangelopen. Jongeren met een keppeltje roken een sigaret op straat. Reclame voor matses siert de buitenmuur van het medisch centrum.
Het is er heel anders dan in de Sovjetjaren van repressie. Toen was elke nationaliteit ondergeschikt aan het ideaal van de Sovjetmens. Religievrijheid was er niet. Joden kregen een aantekening in hun paspoort en werden niet altijd toegelaten tot de universiteit. Het zogenaamde ”dokterscomplot”, waarbij Joodse artsen werden beschuldigd van het beramen van moorden op Sovjetleiders, zorgde begin jaren vijftig voor processen, antisemitische publicaties in de media en executies van Joden.
Exodus
Na de val van de Sovjet-Unie in 1991 ontstond een exodus van Joden. Zodra de grenzen opengingen, grepen ze de kans om te ontsnappen. Die uittocht is nog niet tot stilstand gebracht. Volgens de volkstelling van 2010 kende heel Rusland ruim 159.000 Joden. Bij de volkstelling acht jaar eerder waren dat er nog 265.000. Op het moment dat de communistische droom in 1991 uiteenspatte, kende Rusland meer dan 570.000 Joden, tegenover ruim 713.000 in 1979.
„Degenen die weg konden in de jaren negentig, deden dat”, zegt Barsoek. „Anderen bleven. Zij waren niet bang, waren geassimileerd of hadden geen geld om te vertrekken. Maar zij droegen de Joodse cultuur niet uit. De jonge Joden van nu zijn op zoek naar hun wortels en willen meer weten van de Joodse cultuur en het geloof.”
Juist zij geven kleur aan de wijk en schromen niet voor hun Jood-zijn uit te komen. „Deze generatie kent de Sovjetangst niet. Ze wil vooruitkijken”, verklaart Boroech Gorin (40) in zijn werkkamer. Hij weet zich omringd door kasten vol boeken. Gorin is lid van het bestuur van het Joodse Museum en Tolerantiecentrum in de Russische hoofdstad.
Moskou trekt vanwege het geld, de cultuur en de banen jonge Joden uit heel Rusland aan. Voor hen is Marina Rosjtsja een aantrekkelijke wijk. Zeker gezien de ontwikkelingen van de laatste jaren. „In Kitaj Gorod – een andere wijk in het Moskouse centrum– heb je ook een synagoge, maar die richt zich op ouderen”, weet Gorin. „Marina Rosjtsja was voorheen een buitenwijk van Moskou, met goedkope woningen voor jongeren. Nu heeft Moskou de wijk opgeslokt. Elke wereldstad heeft een Joodse wijk: New York, Berlijn. En Moskou heeft Marina Rosjtsja.”
Gorin weet niet precies hoeveel Joden er in Marina Rosjtsja wonen. Hij hecht weinig waarde aan de officiële volkstelling, waaraan deelname niet is verplicht. Gorin schat het aantal Joden in heel Moskou op 50.000 en in Marina Rosjtsja op 20.000 tot 30.000. „Maar het is hier geen getto, zoals in Brooklyn, waar de Joden op zichzelf leven. In ons zwembad komen ook niet-Joden.”
Anno 2013 staat Rusland open voor Joden. Gorin ziet het beleid van president Vladimir Poetin als een belangrijke reden voor de opkomst van de Joodse wijk. „Na de val van de Sovjet-Unie kregen we onze vrijheid terug. Tegenwoordig kunnen we openlijk onze godsdienst belijden. Niets staat dat in de weg.”
Het Kremlin steunt de Joden. De regering beschouwt vier godsdiensten als de traditionele religies van Rusland: de Rusissch-Orthodoxe Kerk, de islam, het boeddhisme en het Jodendom. In de hal van het Joodse Museum en Tolerantiecentrum prijkt de naam van de Russische leider op een bord. Poetin doneerde een maandsalaris voor de bouw van het museum.
Het huidige Rusland waardeert de Joden, luidt de boodschap in het museum. De donkere kanten van de Joodse geschiedenis in Rusland worden er echter niet geschuwd. De pogroms, aanvallen op Joden, en het zogeheten dokterscomplot komen aan de orde. Maar het museum benadrukt ook de waarde van de Joden voor Rusland. Hun heldendaden in de oorlog tegen nazi-Duitsland worden uitvergroot. In een hoek staat de beroemde T-34-tank, ontworpen en gebouwd door Joden en beslissend in de oorlog tegen Hitler.
„Rusland is een multi-etnisch land met Russen, Tsjetsjenen, Tataren, Joden en ga zo maar door”, legt Barsoek in de hummusbar het Russische beleid tegenover Joden uit. „Poetin wil deze volkeren niet tegen elkaar opzetten. Hij is niet gebaat bij conflicten in Rusland. Hij wil de rust en eenheid in het land bewaren.”
Balanceren
Maar de Joden in Marina Rosjtsja balanceren op een dun koord, beseft Gorin. Het antisemitisme is in Rusland niet ver weg. In de jaren negentig ging Rusland ten onder aan chaos, crises en criminaliteit. De grote oligarchen waren destijds Joods: Roman Abramovitsj (eigenaar van een Engelse voetbalclub), de inmiddels gevangenzittende Michail Chodorkovski en de in maart overleden Boris Berezovski. De bevolking beschuldigde hen van het leegroven van het land. Russen denken met afschuw terug aan deze periode. „Toen kregen de Joden de schuld”, zegt Gorin. „Nu heersen stabiliteit en rust in Rusland. Daar profiteren we van. Maar zodra het misgaat, krijgen wij weer de schuld. Dat is niet alleen in Rusland zo, maar dat is altijd en overal zo geweest.”
Nieuwsgierig
Tegenwoordig is het in Moskou zelfs hip om Joods te zijn, meent Viktoria Konatsjova (23), verkoopster in de boekenwinkel van het Joodse centrum. Op een van de schappen staan de typische Russische souvenirspoppetjes: de matroesjka’s, maar dan van Joodse figuren. Woordenboeken Ivriet-Russisch liggen opeengestapeld en een boek over Joden in de Russische geschiedenis wordt aangeprezen.
„De jonge generatie Russen staat open voor andere culturen”, zegt Konatsjova. „Mijn Russische vrienden zijn nieuwsgierig. Ze reizen naar Israël, lezen erover en zien er beelden van op de televisie. Ze gaan zelfs mee naar de Joodse discotheek. Ze zien dat Joden goede mensen zijn met mooie tradities. Ze willen daar ook bij horen.”
Marketing manager Vadim Barsoek droomt zelfs van een opmars van zijn supermarkt buiten Marina Rosjtsja. „Veertig procent van onze klanten is niet-Joods. Meer mensen willen koosjer voedsel, want ze vertrouwen het vlees uit de fabrieken steeds minder. In de toekomst willen we een keten van koosjere supermarkten beginnen in Moskou