„Huisarts moet alert zijn op verwijzing ggz”
UTRECHT. Huisartsen met een ggz-praktijkondersteuner die gedetacheerd is vanuit een ggz-instelling moeten de doorverwijzingen vanuit hun praktijk naar zo’n organisatie goed bewaken.
Dat stelt bestuurder Van Loenen van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) in het vakblad Medisch Contact dat deze week verscheen.
Donderdag legde de Landelijke Vereniging van Eerstelijnspsychologen in de Volkskrant de vinger bij een recente peiling van de LHV waaruit blijkt dat inmiddels 60 procent van de huisartsen met een ggz-praktijkondersteuner (poh’er) werkt. Meer dan een derde, 38 procent, heeft een poh’er die gedetacheerd is vanuit een ggz-instelling.
De komst van poh’ers hangt samen met het beleid van zorgminister Schippers, die wil bezuinigen op de kosten voor de geestelijke gezondheidszorg. Door de poh’ers moeten patiënten met psychische klachten zo veel mogelijk in de eerste lijn blijven, in plaats van te worden doorgestuurd naar de duurdere specialistische tweedelijns-ggz.
Directeur D. Nieuwpoort van de Landelijke Vereniging van Eerstelijnspsychologen waarschuwt echter voor het risico dat er door de komst van poh’ers in de huisartsenpraktijk juist meer patiënten worden doorverwezen. „De praktijkondersteuner die in dienst is van Parnassia of Altrecht zal sneller doorverwijzen naar de eigen werkgever. Daarmee wordt de zorg alleen maar duurder.”
Voorkomen dat patiënten niet als vanzelf worden verwezen naar de ggz-instelling die de poh’er heeft gedetacheerd, is een taak van de huisarts, zegt Van Loenen in Medisch Contact. „Hij moet duidelijk afspreken: wat jij in deze praktijk doet, doe je voor mij.”
In mei schreef minister Schippers in een brief aan de Tweede Kamer dat huisartsen het organiseren van ggz-zorg kunnen overlaten aan ggz-instellingen, maar daarbij wel „zorginhoudelijk” verantwoordelijk blijven.
Op aandringen van de PvdA laat ze inmiddels uitzoeken of er verschillen zijn tussen doorverwijzingen van huisartsen met een onafhankelijke praktijkondersteuner en die van praktijkondersteuners die in een huisartsenpraktijk zijn gedetacheerd door een ggz-instelling.