Gifmoord: OM wacht op motief
De rechtbank in Maastricht heeft vrijdagmiddag besloten de zaak van de Heerlense gifmoord aan te houden en het voorarrest van de 27–jarige verdachte Bart S. te verlengen. Het Openbaar Ministerie wacht nog op de uitkomst van het psychologisch en psychiatrisch onderzoek. Dat onderzoek is nodig om achter het motief voor de moord te komen.
De Heerlense chemicus Bart S. heeft bekend dat hij door het smeren van de zeer giftige stoffen natriumazide en theobromide op een broodje pindakaas met hagelslag zijn 30–jarige vriendin Judith Notermans heeft gedood. Zij werd op 22 juli 2003 op haar werk in Sittard onwel. Ondanks snelle medische hulp overleed zij enkele uren later in het ziekenhuis. Voordat Judith bewusteloos raakte, vertelde ze aan collega’s dat haar vriend het broodje pindakaas met hagelslag had gesmeerd.
De politie pakte Bart S., chemicus van beroep, vijf dagen na het overlijden van diens vriendin op. Maar hij ontkende aanvankelijk iets met de zaak te maken te hebben. Weliswaar werden op zijn werk in zijn bureaula zeer giftige stoffen aangetroffen, maar het Nederlands Forensisch Instituut trof in het restant van het broodje geen soortgelijke giftige stoffen aan.
Na zes weken gaf Bart S. alsnog toe dat hij giftige stoffen op het broodje had gesmeerd. „Zijn geweten speelde op", verduidelijkte zijn advocaat vrijdag. Volgens de advocaat weet zijn cliënt niet waarom hij tot zijn daad is gekomen.