Talibanleider: nog steeds bereid tot vredesoverleg
KABUL (AP). Dat vredesgesprekken over de toekomst van Afghanistan nog geen vruchten hebben afgeworpen is geheel te wijten aan de Verenigde Staten en de Afghaanse regering. De Taliban zijn niettemin bereid de gesprekken voort te zetten. Dat zegt Talibanleider Mullah Mohammad Omar in een dinsdag ge-e-mailde tekst van vijf pagina’s.
Omar roept tegelijkertijd op tot het voortzetten van de strijd tegen de internationale coalitie en haar Afghaanse bondgenoten. Hij riep de Afghaanse veiligheidstroepen in de hoofdstad Kabul op hun wapens te richten op buitenlandse troepen, regeringsmedewerkers en Afghanen die samenwerken met de Amerikanen. Bovendien roept hij op tot een boycot van de presidentsverkiezingen die volgend jaar plaatshebben, omdat die zouden worden gemanipuleerd door de VS. Volgens Omar is de aanstaande stembusgang ‘tijdverspilling’.
Elders in zijn boodschap slaat Omar een verzoenender toon aan. Hij ontkent dat de Taliban uit zijn op een machtsmonopolie en zegt dat de groep de voorkeur geeft aan een ‘veelomvattende Afghaanse regering op islamitische grondslag’.
Omar eist dat de VS Afghanistan in de toekomst niet gebruiken om aanvallen uit te voeren op andere landen. „Ons grondbeginsel (…) is dat we anderen niets willen aandoen en dat we ook niet toestaan dat iemand anders iets wordt aangedaan vanaf ons grondgebied.”
Ook zegt Omar niet te kunnen accepteren dat de Afghaanse en Amerikaanse regering een bilaterale veiligheidsovereenkomst sluiten. Met een dergelijke overeenkomst zou er na 2014 een kleine groep Amerikaanse militairen achterblijven in Afghanistan. „De Afghanen zien de aanwezigheid van een kleine hoeveelheid indringers als een beperking van hun onafhankelijkheid. Ze zijn niet bereid de aanwezigheid van duizenden buitenlandse militairen te accepteren”, aldus Omar.
De VS en de Taliban kondigden in juni aan dat er vredesgesprekken zouden worden gehouden in Doha, in Qatar. Daar kwam niets van terecht, omdat de Afghaanse president Hamid Karzai bezwaar maakte tegen de wijze waarop de Taliban een kantoor in Doha hadden ingericht. Het kantoor zou te veel lijken op de ambassade van een regering in ballingschap.