Poep van wolvin grondig doorgespit
NAARDEN (ANP). De uitwerpselen van de wolvin die op 4 juli dood in de Noordoostpolder werd gevonden, zijn in de afgelopen maand grondig doorgespit door onderzoeksinstituut Alterra van de Wageningen Universiteit en door het Senckenberg Instituut in Duitsland. Ook haar darminhoud is uitgevlooid, net als keutels die op andere plekken zijn gevonden en die mogelijk ook van wolven zijn.
„De samenstelling van de poep kan meer vertellen over de herkomst van het dier”, legden onderzoekers van Alterra uit. Boswachter Harco Berman van Staatsbosbeheer twitterde dinsdag dat de uitwerpselen „het mysterie van de wolf” zullen ontrafelen. Sectie in biodiversiteitscentrum Naturalis in Leiden wees eerder uit dat de wolf kort voor haar dood een bever had gegeten. In de darmen zaten resten van andere prooidieren.
Wolvenkenners denken dat de wolf van Luttelgeest is weggezworven van een roedel die ter hoogte van Emmen in Duitsland leeft. „Het is bij wolven normaal dat een dier van ongeveer 2 jaar alleen op sjouw gaat, op zoek naar een eigen territorium. Wolven kunnen makkelijk 50 kilometer per nacht afleggen, dus dat beest kan in een paar dagen in de Noordoostpolder zijn gekomen. Of misschien was ze daar al langer. Wolven zijn heel schuw, die zie je vrijwel nooit”, zegt Leo Linnartz. Het is zelfs mogelijk dat er al meer wolven in de polder zitten.
In 1869 werd de laatste wolf in Nederland gezien bij het Limburgse Schinveld. Natuurmonumenten en andere organisaties waren er al jaren van overtuigd dat de wolf terug naar Nederland zou komen. In 2011 maakte een vrouw in Duiven een onscherpe foto van een mogelijke wolf en in dat jaar was er ook een wolvenmelding op de Veluwe.
Alterra was op verzoek van het ministerie van Economische Zaken al bezig met een plan over hoe Nederland met wolven moet omgaan. Dat plan moet eind dit jaar klaar zijn.
Woensdag geven Alterra, Naturalis, het Dutch Wildlife Health Centre en WolvenInNederland in Naarden een presentatie over de dode wolf.