Chodorkovksi en Lebedev werden in 2003 gearresteerd en in 2005 veroordeeld wegens belastingontduiking. De twee werden in 2010 nog eens berecht en veroordeeld wegens diefstal van olie van hun eigen onderneming en witwassen van de opbrengst.

Hun vervolging werd algemeen gezien als een wraakneming van president Vladimir Poetin voor de politieke ambities van Chodorkovski en diens steun voor de oppositie. Chodorkovski, op het moment van zijn aanhouding de rijkste man van Rusland, financierde politieke partijen en initiatieven voor een fatsoenlijk bestuur die de machtspositie van het Kremlin aantastten.

Overigens heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens eerder dit jaar geoordeeld dat Chodorkovski niet om politieke redenen wordt vervolgd. Het hof is wel van mening dat hem ten onrechte grootschalige belastingfraude ten laste is gelegd en dat hij en zijn zakenpartner Lebedev ten onrechte naar verafgelegen strafkolonies zijn gestuurd.

De Russische regering kreeg van het in Straatsburg gevestigde EHRM opdracht Chodorkosvki een schadevergoeding van tienduizend euro te betalen, een verwaarloosbaar bedrag in het licht van het vermogen dat hij is kwijtgeraakt sinds hij bij Poetin uit de gratie viel en werd gearresteerd.