Hongersnood christenen Aleppo
ALEPPO. Christelijke organisaties en kerken in het Syrische Aleppo luiden de noodklok. De Syrische oppositie hongert de stad uit, stellen zij.
De christelijke organisatie Barnabasaid –voor hulp aan de vervolgde christenheid wereldwijd– publiceerde vorige week een brief van een christelijke arts in de Noord-Syrische stad Aleppo. De brief lijkt een herhaling van noodkreten die talloze kerkelijke leiders in Aleppo de afgelopen weken de wereld in stuurden. De noodsignalen lijken echter nauwelijks te worden opgemerkt.
Het oostelijke deel van de stad is grotendeels in handen van gewapende milities, terwijl het Syrische leger het westelijke deel van Aleppo controleert. Daar bevinden zich de meeste christelijke wijken. Die zijn overbevolkt vanwege een vluchtelingenstroom. De inwoners van dit deel van de stad dreigen van de honger om te komen.
De gewapende Syrische oppositie is een blokkade begonnen. Aleppo is omsingeld en voedsel kan de stad niet meer bereiken. Met als gevolg dat fruit, groente en vlees niet langer voorradig zijn en de enkele producten die nog te verkrijgen zijn, worden verkocht tegen astronomische prijzen. Binnen enkele dagen dreigt er ook geen brood meer beschikbaar te zijn, omdat er bijna geen tarwe meer voorhanden is.
Geen maaltijden
De gevolgen zijn dramatisch. De christelijke liefdadigheidsorganisatie al-Ihsan moest haar werk stoppen. Zij verstrekte dagelijks maaltijden aan 35.000 mensen. Een soortgelijke door de jezuïeten geleide organisatie staat op het punt haar maaltijdvoorziening aan armen en vluchtelingen te staken. De arts uit Aleppo schrijft dat vrijwel alle inwoners van de stad tussen de 8 en de 18 kilo aan gewicht hebben verloren.
Inwoners van Aleppo wachten wanhopig op protesten van Europa en de Verenigde Staten. Zij hopen dat geëist wordt dat de blokkade wordt opgeheven. Een bevolking van 2,5 miljoen zielen wordt uitgehongerd, maar in het westen blijft het oorverdovend stil. Er dreigt in Aleppo een humanitaire crisis van ongekende omvang en de plaatselijke kerken staan totaal machteloos, schrijft de arts.
Hij beschrijft de verschrikkingen van de dagelijkse raketbeschietingen door gewapende milities. Die hebben het vooral voorzien op wijken met christelijke en Armeense inwoners. Talloze christenen vonden hierdoor de dood of werden verminkt.
Een week geleden werd door gewapende milities een bus aangevallen die op weg was van Aleppo naar de Libanese hoofdstad Beiroet. In de bus zaten meer dan 35 Armeniërs die via Beiroet naar Armenië wilden vluchten. De vluchtelingen werden gedood of verwond. Verder vormen de ontvoeringen en kidnappingen van christenen in Aleppo en omstreken een nachtmerrie voor christelijke families. Vele honderden christenen werden hiervan reeds het slachtoffer. Na hun ontvoering werd meestal niets meer van hen vernomen. Hun families verkeren in een toestand van ontreddering. De christelijke gemeenschappen in Aleppo zijn uitgeput.
Aartsbisschop Luki al-Khuri van de Syrisch-Orthodoxe Kerk is momenteel in de Verenigde Staten, in een poging de aandacht van de Amerikaanse kerken te vestigen op de onhoudbare situatie in Syrië. De aartsbisschop baarde in de zomer van 2011 opzien toen hij de toenmalige Amerikaanse ambassadeur, Ford, de toegang tot zijn kerk in de Syrische hoofdstad Damascus weigerde.
Wat er in Syrië gebeurt, heeft volgens de aartsbisschop niets van doen met een revolutie, maar is „rebellie die moord en vernietiging brengt.”