„Het lijkt mij een interessante gedachte om eens na te denken over een ander verzekeringsbeleid van ons cultureel erfgoed. Ik zal daar zelf op terugkomen naar aanleiding van een onderzoek van mijn ministerie, Financiën en de Vereniging van Rijksgesubsidieerde Musea, naar verzekeringen en garantieverlening door de staat. Een goed veiligheidsplan kan worden beloond door bijvoorbeeld minder premie te betalen."

Van der Laan ziet haar uitspraken van vrijdag als startschot voor de discussie. „Ik wil deze discussie graag opstarten met de deskundigen in het veld en de verzekeringsmaatschappijen. Zoals u weet gaat bij een tentoonstelling een niet onbelangrijk deel van het budget op aan verzekeringspremie. Die middelen zouden eigenlijk beter kunnen worden ingezet om meer belangstelling te creëren en de veiligheid in het algemeen te verbeteren."

Een woordvoerder van het Verbond van Verzekeraars zei vrijdag dat zijn organisatie graag met de staatssecretaris om tafel gaat zitten om het onderwerp te bespreken. „Maar in de praktijk speelt deze kwestie niet, omdat bij musea altijd al mensen van ons gaan kijken om te zien hoe de beveiliging in elkaar zit en daar wordt de premie op aangepast. Het is dus maatwerk en geen standaardproduct, zoals bij het verzekeren van doorsneehuizen."

Van der Laan zei vrijdag verder dat ze niet de illusie heeft dat musea 100 procent veilig worden. Samenwerking tussen brandweer, politie, gemeenten, provincies en rijk moet veel evenwel leed kunnen voorkomen. Ook verwacht ze veel van een centrale diefstalregistratie. „Hopelijk kunnen we met deze registratie het aantal vondsten vermeerderen en het aantal en het aantal diefstallen voorkomen. Want het moeilijk maken van illegale handel vind ik zeer belangrijk."