Volgens de toezichthouder is het juist van groot belang dat de vinger aan de pols wordt gehouden, al was het maar omdat de financiële positie van de klant kan veranderen en bijvoorbeeld zijn bereidheid om bepaalde risico’s te lopen. Ook is het zaak dat geregeld wordt nagegaan of het beleggingsdoel van de klant nog wel haalbaar is. Een en ander kan leiden tot een andere strategie om de vermogensopbouw bij te sturen.

De AFM roept alle adviseurs en vermogensbeheerders op goed op de hoogte te blijven van de persoonlijke situatie van hun klanten, maar wijst er tegelijk op dat ook de beleggers zelf hierin een verantwoordelijkheid hebben. Zij doen er goed aan in elk geval een keer per jaar met hun adviseur om de tafel te gaan.

Overigens blijkt uit het onderzoek dat lang niet alle beleggers een specifiek beleggingsdoel voor ogen hebben. De 60 procent die dat wel heeft, belegt vooral om het pensioen aan te vullen. Dat geldt voor 33 procent, onder beleggers met een laag inkomen is dat zelfs 71 procent. Het aflossen van de hypotheek wordt veel minder vaak genoemd als doel (13 procent).