Hulp bij euthanasie komt volgens de wet neer op moord en het hof kan het verzoek om die reden niet inwilligen, verklaarden de drie rechters. Een van de twee eisers, Tony Nicklinson, is niet meer in leven. Hij overleed vorig jaar aan een longontsteking, waarna zijn weduwe zijn juridische strijd voortzette.

De eisers hoopten het hof aan hun zijde te vinden in hun verzet tegen het high court, dat de twee mannen eerder al geen vrijwillige levensbeëindiging toestond. Beiden wilden „op waardige wijze” met de hulp van een arts en in het bijzijn van hun gezin zichzelf doden, omdat voor hen het leven „een dagelijkse herhaling van ondraaglijk leed” was geworden.

Nicklinson leed na een beroerte in 2005 aan het locked-in-syndroom. Hij was „gebroken” na de beslissing van het high court vorig jaar en besloot zich te onthouden van voedsel. Hij liep een longontsteking op en overleed een week later op 58-jarige leeftijd. Zijn mede-eiser Paul Lamb (57) raakte in 1990 verlamd na een verkeers­ongeluk. Hij kan alleen zijn rechterhand nog enigszins bewegen.

De twee mannen verwezen in hun beroep naar het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en zeiden dat de huidige Britse euthanasiewetgeving in strijd is met artikel 8, dat het recht op eerbiediging van privéleven, familie- en gezinsleven garandeert.

De rechters van het hof waren unaniem in hun beslissing dat de huidige wet geen inbreuk maakt op de mensenrechten en dat het aan het parlement is, en niet aan de rechtbanken, om te besluiten of deze gewijzigd moet worden. Ze zeiden dat er niet op basis van „persoonlijk medeleven”, maar „op basis van de principes van de wet” een beslissing is genomen.

Lamb en Nicklinsons weduwe lieten weten hun juridische strijd voort te zullen zetten.