Larven van het heidehaantje vliegen in het voorjaar massaal uit over de hei. Bij een hoge luchtvochtigheid in de zomer kunnen ze zich goed ontwikkelen en vreten ze onafgebroken aan de heideplanten. Die drogen daardoor uit en worden bruin en kaal. Gewoonlijk herstelt de heide zich in het jaar daarna.

Om de kever te bestrijden, zijn zware chemicaliën nodig, zegt Staatsbosbeheer. Dat is slecht voor andere insecten, terwijl de Strabrechtse Heide juist een insectenreservaat is. Op de hei komen ook meer dan 80 wilde bijensoorten voor. Staatsbosbeheer roept imkers op om deze zomer geen bijenkasten op de hei te plaatsen, zodat alle nog beschikbare nectar voor de wilde bijen is. De dienst plaatst daarom zelf ook geen kasten.

Het heidehaantje is een inheemse keversoort. Om de paar jaar is de populatie zodanig gegroeid dat grote stukken hei in Nederland worden aangetast. De laatste omvangrijke plaag was in 2009.