Muziek

De zangbundel van zendingszuster M. A. Alt

„Ons hart is vervuld van dankbaarheid tot onze Heer en Heiland, die onze eenvoudige liederen tot heden toe op zo’n treffende en genadevolle wijze wilde zegenen aan honderden harten in kerken en huis­gezinnen.”

30 July 2013 10:16Gewijzigd op 15 November 2020 05:00
Zuster M. A. Alt. Beeld Continental Sound Music
Zuster M. A. Alt. Beeld Continental Sound Music

Dat schrijft zuster M. A. Alt in 1962 als haar definitieve bundel ”Glorieklokken” verschijnt. De zangbundel is nu, vijftig jaar na haar overlijden, bij Continental Sound Music opnieuw uitgegeven.

Als de 79-jarige ”moesje Alt” bovenstaande woorden schrijft, is ze gekomen aan het eind van een veelbewogen leven. Na opgegroeid te zijn in Den Haag, vertrekt Margot Alt als 19-jarige naar Nederlands-Indië. Ze werkt op Java aanvankelijk als kindermeisje en verpleegkundige. Maar als God haar voor Zich inneemt, wil ze zich als zendingszuster inzetten voor de armen. Jarenlang werkt ze op Midden-Java in een bergdorp tussen de animisten, waar ze niet alleen zorgt voor patiënten en weeskinderen, maar ook het Evangelie verspreidt en gemeenten sticht.

Rekent Alt zich aanvankelijk tot de Zevendedags Baptisten, rond 1920 maakt ze de overstap naar de pinksterbeweging. Binnen de pinksterzendings­beweging krijgt zij een leidende rol, onder andere door haar geschriften. Ondanks haar slechte gezondheid –malaria kwelt haar dag en nacht– reist ze vanaf 1930 als evangeliste door heel Nederlands-Indië. Ze brengt jaren door in een jappenkamp en werkt vanaf 1951 nog tien jaar in Nieuw-Guinea. Na 58 jaar zet ze pas in 1961 weer voet aan wal in Nederland, waar ze een jaar later sterft.

Zuster Alt wilde als kind graag zangeres worden. Die muzikale aanleg neemt ze mee in haar zendings­werk. Overal waar ze komt, richt ze zangkoren op en leert ze mensen zingen. Ten behoeve daarvan vertaalt ze liederen in het Javaans en –meer nog– maakt ze liederen in het Nederlands. In 1930 verschijnt op Java de eerste bundel ”Glorie-Klokken”. Steeds opnieuw komt er een aflevering uit, in totaal 305 liederen. Voor haar dicht- en vertaalwerk put Alt uit de brede, internationale evangelische en pinkster­liedcultuur van die tijd.

De bundeltjes ”Glorieklokken” gaan intussen ook in Nederland in pinksterkringen van hand tot hand. Reden voor uitgever Kracht van Omhoog om tussen 1954 en 1959 hier tien deeltjes te publiceren. Vlak voor haar sterven in 1962 schrijft Alt het voorwoord voor de complete bundel, die nu 545 liederen telt.

Haar liedboek vormt in pinksterkringen de pendant van de bundel van Johannes de Heer. Beide worden lang naast elkaar gebruikt, tot in de jaren 80 de aanbiddingsmuziek uit de bundel Opwekking ze langzaam verdringt. Maar het repertoire van de pinksterzuster –waarin veel aandacht is voor thema’s als bekering, het kruis, de heiliging en de wederkomst– heeft een groter bereik. Liederen als ”Hoe groot zijt Gij”, ”Lichtstad met uw paarlen poorten”, ”Voorwaarts christenstrijders”, ”Ik wandel in het licht met Jezus”, ”Hoor Jezus noodt u: Komt tot het feest” en ”Daar zijn geen grenzen aan Jezus’s macht” zijn ook in reformatorische kring bekend, via koren of doordat ze in andere bundels terechtkwamen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer