Dat stelt Miguel Lurling, universitair docent waterkwaliteitsbeheer aan de Wageningen Universiteit. Het overheidsprotocol voor controles moet volgens hem worden aangepast.

„Niet alle zwemwateren waar thans een verbod geldt, zijn gevaarlijk om te zwemmen”, zegt Lurling. „Omgekeerd geldt dat sommige plassen als niet-gevaarlijk te boek staan, maar wel toxische hoeveelheden blauwalg kunnen bevatten.”

In Nederland worden 630 recreatieplassen en grote meren regelmatig gecontroleerd. Te veel blauwalg met een giftige samenstelling kan hoofdpijn, jeukende ogen en maagklachten veroorzaken. Boosdoener is de cyanobacterie die gifstoffen kan bevatten.

De hoeveelheid blauwalg is volgens Lurling niet bepalend, de giftigheid wel. De aanwezigheid is te herkennen aan een blauwgroene laag die op het water drijft.

Door de hittegolf is het in 12 recreatieplassen verboden te zwemmen. Bij nog eens 26 populaire zwemplekken wordt afgeraden het water in te gaan, zo blijkt uit een tussenstand op de website zwemwater.nl.

Lurling noemt de controle op zwemwater sowieso niet waterdicht. Veel kinderen zwemmen of spelen met bootjes in singels, sloten en vaarten dichtbij huis. Dit zwemwater valt buiten de gebruikelijke controles.

De Unie van Waterschappen, die samen met Rijkswaterstaat en het Interprovinciaal Overlegorgaan (IPO) de kwaliteit van het zwemwater in de gaten houdt, zegt geen plannen te hebben het overheidsprotocol aan te passen.

„De hoeveelheid blauwalg is een goede graadmeter gebleken voor de zwemkwaliteit”, zegt een woordvoerster. „Daarvoor is destijds een bewuste keuze gemaakt.”