Kans op trombose tot twee weken na vlucht het grootst
Mensen die grote afstanden per vliegtuig afleggen, hebben de eerste twee weken daarna een verhoogde kans op het ontwikkelen van diepe veneuze trombose. Dat concluderen Australische onderzoekers onder aanvoering van C. Kelman in een artikel dat zaterdag wordt gepubliceerd in het British Medical Journal.
Hieruit bleek dat mensen die jaarlijks één keer per jaar een lange vlucht maken, 12 procent meer risico op trombose maken, dan anderen. Het aantal patiënten dat hieraan overlijdt, is echter zeer klein: een op twee miljoen.
Kelman en zijn team vergeleken de reizigersgegevens van internationale vluchten die tussen 1981 en 1999 in Australië aankwamen met de gegevens van 5408 in die tijd in het ziekenhuis opgenomen trombosepatiënten.
De onderzoekers ontdekten dat 46 van de in totaal 4,8 miljoen Australische internationale reizigers en tweehonderd van de in totaal 4,6 miljoen niet–Australiërs in de eerste twee weken na de vliegreis met diepe veneuze trombose waren opgenomen. Volgens de onderzoekers is het mogelijk dat er meer niet–Australiërs tussen de patiënten zaten omdat zij met zeer lange vluchten vanuit Europa kwamen, terwijl de Australiërs vaker uit Zuidoost–Azië komen.
Hoewel de gemiddelde kans op trombose na vliegen relatief klein is, waarschuwen de onderzoekers dat passagiers met een slechtere gezondheid een groter risico lopen. Ze adviseren luchtvaartmaatschappijen om reizigers aan te moedigen de risico’s te verkleinen.