Wolvenplan
Met enige vertedering meldt de krant op 9 juli dat „Nederland de wolf vooral kent uit het sprookje van Roodkapje en uit andere volksverhalen.” Die dag is er een dode wolf aangetroffen langs de kant van de weg.
Als het om een menselijk lichaam ging, was sporenonderzoek gedaan. Je zou zeggen dat als dat had plaatsgevonden, er op de plaats delict iets gevonden zou zijn. Remsporen? Iemand die een wolf doodrijdt, moet dat, tenzij hij in een tank rijdt, toch merken? Sporen die erop wijzen dat de wolf is versleept?
Het levenloze dier ontlokt een explosie aan berichtgeving. Commentaren van wetenschappers wisselen af met die van journalisten en politici. Voorpagina’s, video’s, het kan niet op. Want die ene wolf kan de opmars betekenen van een hele roedel. „Het dode dier is zo goed als zeker neergelegd als grap”, meldt Faunabeheer. Wetenschappers denken dat de wolf zonder meer is weggezworven van een Duitse roedel. Journalisten spoeden zich naar ons buurland, waar naar schatting twintig roedels leven. Op video’s is te zien hoe een wolvendeskundige zonder resultaat speurt naar 1 van de 150 Duitse wolven. Gelukkig kan hij keutels met botjes laten zien . Dat levert het bewijs, want de wolf verslindt, in tegenstelling tot het zwijn, zijn prooi met huid en haar.
De VVD is er niet blij mee. „Want de effecten zijn nog niet bekend. Hoe zit het met de volksgezondheid en de verkeersveiligheid?” vraagt een Kamerlid zich af. Hij vindt zonder meer dat de wolf bij overlast afgeschoten dient te worden. „We moeten de wolf een kans geven”, weerspreekt de PvdA ferm: „Als je de natuur op orde hebt, is daar ook plek voor de wolf.” Ondertussen wordt in Biodiversiteitscentrum Naturalis in Leiden de wolf zelf met huid en haar en tot op het bot ontleed. En werkelijk, het is een wolf.
Nu hebben we in Nederland een wolvenplan. Want ons land moet tot de tanden gewapend zijn „ter voorbereiding op de terugkeer van een groot roofdier”, aldus een onderzoeker van Wageningen University. De wolf moet wel weten dat ree op het menu staat, maar schaap en geit weer niet. Bij alle tijd en energie die in de dode wolf is gestoken, schiet zomaar de gedachte door het hoofd aan al die nog levende, uitgeprocedeerde en al jaren wachtende asielzoekers die zonder woon- of verblijfplaats langs de kant van de weg lopen.
„Het kennen van de werkelijkheid is niet hetzelfde als weet hebben hoe de dingen in elkaar steken”, schreef Dietrich Bonhoeffer ooit in de maand juli. En hij voegde eraan toe: „Wie het best is geïnformeerd, is daarom nog niet de wijste.”