Aramese christenen brachten Midden-Oosten telkens tot bloei
HEIDELBERG. Alle bloeiperioden die het Midden-Oosten heeft gekend, zijn tot stand gekomen dankzij de inzet en cultuur van Aramese christenen, stelt de Egyptische theoloog Samir Khalil Samir.
Op uitnodiging van de Aramese Studentenvereniging Heidelberg hield Samir vrijdagavond een voordracht over de invloed van Aramese christenen op de Arabische wereld. Samir, die studeerde in Maastricht, Aix-en-Provence en Rome, heeft zich in zijn onderzoek toegelegd op christelijke theologie in het Midden-Oosten en de islamitische theologie en filosofie. Hij doceert rooms-katholieke theologie en islam in Beiroet, Rome en Parijs.
Tijdens de voordracht schetst de hoogleraar in grote lijnen de verbreiding van het Syrische christendom vanaf het begin van onze jaartelling tot aan de opkomst van de islam. Vanaf dat moment ontstaan discussies tussen beide religies en culturen. In alle contacten blijkt, zo stelt de jezuïtische priester, dat de Arameeërs en de Aramese taal en cultuur een beslissende invloed hebben gehad op de ontwikkeling van de Arabische wereld.
De vroege Syrische kerkvaders schrijven in het Aramees, de taal die in de dorpen van het toenmalige Syrië werd gesproken, terwijl de steden Griekstalig zijn. Er ontstaat een tweetalige situatie, waarbij het Aramees en het Grieks, de taal van de machthebbers, naast elkaar blijven bestaan. Als de Griekse cultuur haar dominantie begint te verliezen, vertalen Aramese christenen klassieke Griekse werken, waaronder die van Aristoteles, Plotinus en Plato, in het Aramees.
Christelijke artsen
De geneeskunde kent een bloeiperiode nadat de Perzen Syrië hebben veroverd en Aramese wetenschappers naar Perzië worden meegebracht. Daar beginnen zij aanvankelijk in het Aramees en later in het Perzisch te doceren. Als de Arabieren vervolgens Damascus en Bagdad veroveren, ontdekken zij op hun beurt de wetenschap die de Arameeërs in die gebieden hebben geïntroduceerd. Ook zij brengen Aramese wetenschappers naar hun hoven om in het bijzonder de geneeskunde te beoefenen. Alle artsen van de heersers en de kaliefen zijn in die tijd christen.
De Arabieren vatten het idee op om in Bagdad een wetenschappelijke academie op te richten. Daarbij kunnen zij steunen op de eeuwenlange ervaring van de Arameeërs. Die hebben reeds in de vierde eeuw na Christus in Edessa en Nisibis hun eigen, aan kloosters verbonden academies opgericht. Daaraan worden Bijbelse talen en christelijke theologie, maar ook filosofie en geneeskunde onderwezen.
Gaandeweg wordt de Arabische taal dominant in het Midden-Oosten. Ook de Aramese bevolking raakt steeds meer gearabiseerd. Daarom gaan de Arameeërs opnieuw over tot het vertalen van filosofische en wetenschappelijke literatuur, deze keer in het Arabisch. Op deze wijze komt ook de medische literatuur van Hippocrates via het Aramees beschikbaar voor de Arabische wereld.
Veel van deze Griekse literatuur is in het origineel verloren geraakt en op deze wijze in vertaling behouden gebleven. De Arabieren beschikken zodoende dankzij Aramese vertalers over het grootste geneeskundige corpus van die tijd. Zelfs de grote geneeskundige Avicenna was de leerling van een Aramese monnik, zo stelt Samir.
Arabische renaissance
Vanaf de 15e eeuw raakt het Midden-Oosten in verval, een periode die tot in de tweede helft van de 19e eeuw voortduurt. Ook nu zijn het weer Syrische christenen die, nadat zij op de vlucht voor vervolging door druzen in Egypte zijn neergestreken, hun drang naar vernieuwing meebrengen en het land openstellen voor nieuwe inzichten en technologieën. De Egyptische machthebbers sturen hen naar Europa om zich te verdiepen in de medische wetenschap, krijgskunde en kunst. Ze bewerkstelligen zo door hun brugfunctie tussen Oost en West een moderniseringsbeweging die bekend is geworden als de Arabische renaissance.
Ook de missiescholen die westerse zendelingen in het Midden-Oosten vestigen, leiden tot een beïnvloeding door westerse inzichten. Syrische christenen zorgen ervoor dat de Arabieren middels vertalingen toegang krijgen tot westerse literatuur en wetenschappelijke werken.
De geschiedenis van de Arameeërs vormt de belangrijkste historische periode van het Midden-Oosten, aldus Samir. „Aan de macht zijn ze nooit geweest, maar door nauwgezette arbeid en gedreven door hun christelijke waarden waren zij de stuwende kracht achter alle grote ontwikkelingen die de Arabische wereld heeft gekend.”