Afschaffen giftenaftrek heeft voordelen en nadelen
De fiscale aftrek van giften aan goede doelen ligt onder vuur, en dat is niet voor het eerst. Hoewel de regeling wel degelijk effectiever kan, gaat afschaffing geefexperts een brug te ver. „Als de overheid steeds minder publieke goederen levert, kan de filantropische sector dat opvangen. Maar schaf dan niet iets af wat geven juist stimuleert.” VVD-Kamerlid Neppérus liet er vorig jaar geen onduidelijkheid over bestaan; voor haar hoeft het niet, die giftenaftrek. „Ik ben het met u eens dat giften uit vrijgevigheid gedaan moeten worden en ben zelf niet van plan van de giftenaftrek gebruik te maken”, antwoordde ze op de VVD-website Lef Moet Lonen aan ene Jaap Eissen, die graag zou zien dat de liberalen de fiscale aftrek snel elimineren.
Eerder klonk er ook vanuit de PVV-fractie in de Senaat al ietwat dreigende taal over de aftrek. „Door de giftenaftrek betalen Henk en Ingrid tot 52 procent mee aan de vrijgevigheid van de buurman. ”Doe wel en zie niet om”, is vervangen door ”Doe wel en vul uw belastingaangifte goed in”. Dat is vrijgevigheid à la Hollandaise: feestvieren van iemand anders zijn centen. Sinterklaas bestaat, hij heeft zijn loket bij de Belastingdienst gezet.”
Vooralsnog is er nog geen politieke partij die daadwerkelijk voorstelt het mes in de aftrek te zetten, maar zeker in ambtelijk Den Haag prijkt de giftenaftrek al sinds 2010 als te schrappen fiscale faciliteit op diverse bezuinigingslijstjes.
Een hele grote bezuiniging levert dat overigens niet op. Daarvoor wordt er van de giftenaftrek te beperkt gebruikgemaakt. Geschat wordt dat er dit jaar zo’n 800.000 burgers (van de 13 miljoen belastingplichtigen) gebruikmaken van de in 1952 opgetuigde regeling, wat de overheid 378 miljoen euro kost aan misgelopen belastinginkomsten.
Desondanks deed de giftenaftrek onlangs weer stof opwaaien in Den Haag, nadat de belastingcommissie-Van Dijkhuizen in haar rapportage aan staatssecretaris Weekers (Financiën) voorstelde om hem te schrappen. De commissie sloot zich aan bij een soortgelijk advies dat de studiecommissie belastingstelsel al in 2010 deed aan toenmalig minister Bos.
Beide commissies willen af van de aftrek, omdat die „niet effectief” zou zijn. Volgens de commissies zou dat althans zijn gebleken uit een evaluatie in 2009 van de giftenaftrek door Financiën.
De „negatieve evaluatie” van het ministerie werd al snel onderuitgehaald door filantropiedeskundigen. Zo stelde VU-hoogleraar René Bekkers in een reactie dat het ministerie met de beschikbare gegevens helemaal niet het effect van de giftenaftrek had kunnen aantonen. Dat het ministerie vervolgens inderdaad vaststelt dat „niet kon worden aangetoond dat hij bijdraagt aan de doelstelling”, betekent volgens Bekkers nog niet dat de giftenaftrek ook echt niet werkt. Sterker, uit nationaal en internationaal onderzoek zou blijken dat het geefgedrag wel degelijk sterk afhankelijk is van de mogelijkheid van een fiscale aftrek.
Zéker in ambtelijke Haagse kringen blijft het beeld dat de giftenaftrek niet werkt desondanks hardnekkig. Filantropiedeskundige Pamala Wiepking, universitair docent bij de Rotterdam School of Management aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit, snapt wel waarom. „Het is een relatief makkelijke bezuiniging, die ook nog eens het belastingstelsel simpeler maakt. Dat doet het altijd goed.”
Toch zou het volgens haar „een gemiste kans” zijn als de regering het advies om de aftrek te schrappen inderdaad zou opvolgen. „Met de giftenaftrek laat je als overheid zien dat je private bijdragen waardeert én stimuleert, en tegelijk dat je belang hecht aan een democratisch georganiseerde samenleving waarin mensen vanuit hun eigen inkomen onbaatzuchtig bepaalde publieke goederen willen steunen.”
In tegenstelling tot de hypotheekrenteaftrek is de giftenaftrek zoals Nederland die kent in internationaal opzicht ook helemaal niet raar, meent Wiepking. „Bijna alle landen hebben zo’n systeem van giftenaftrek. Ook de VS. Daar vindt men filantropie veel normaler, omdat de staat er uit zichzelf veel minder publieke goederen levert dan de Nederlandse overheid.”
Juist nu de trend is dat ook de overheid hier zich steeds meer terugtrekt, is het belang van filantropie volgens Wiepking juist groter dan ooit. „De filantropische sector kan de leemte vullen. Mensen willen ontzettend graag bijdragen, bijvoorbeeld aan dat asiel dat niet genoeg eten kan kopen voor de hondjes, of aan musea of sportverenigingen. Circa 94 procent van de Nederlanders geeft. Alleen relatief nog niet zo erg veel. Maar dan moet je natuurlijk niet iets afschaffen wat méér geven juist stimuleert.”
Volgens Wiepking wordt er vanuit de overheid ook wel erg makkelijk geredeneerd dat burgers vast de portemonnee wel extra zullen trekken als de overheid een stap terug doet. „De giften zullen dan op z’n best gelijk blijven. Particulieren zijn namelijk niet erg geneigd om bezuinigingen van de overheid te compenseren. Die substitutie is immers niet de reden waarom mensen geven. Ze doen dat om een bijdrage te leveren aan een betere wereld. Meer geven omdat de overheid terugtreedt, is niet bepaald een inspirerende motivatie.”
Waar zomaar schrappen eigenijk geen optie is, kan volgens de filantropiedeskundigen de huidige giftenaftrek echter wel degelijk worden verbeterd. Wiepking: „De giftenaftrek werkt niet optimaal. Er zit bijvoorbeeld een drempel in die het voor veel mensen lastig maakt. Zij denken nu vaak dat ze hier niet overheen gaan, terwijl dat dikwijls wél zo is. Door die drempel eruit te halen, maak je de giftenaftrek simpeler en daarmee ook toegankelijker.”
Een ander idee is om de giftenaftrek te veranderen in een veel makkelijker uitvoerbaar systeem, waarbij de overheid niet langer fiscale aftrek biedt aan afzonderlijke particulieren, maar de binnengekomen donaties bij goede doelen verdubbelt. Dat vereenvoudigt de administratieve rompslomp aanzienlijk en leidt volgens VU-hoogleraar Bekkers tot hogere giften tegen dezelfde kosten voor de overheid. Zo bleek uit een onderzoek dat hij uitvoerde met TNS NIPO dat wanneer giften worden gesubsidieerd in de vorm van een verdubbeling, dat ruim 30 procent meer giften oplevert dan wanneer de ‘bonus’ plaatsvindt in de vorm van een gelijkwaardige belastingkorting.
De verklaring daarvoor is grotendeels psychologisch: zo denken mensen onder meer dat anderen door die verdubbeling meer gaan doneren. Vervolgens besluiten ze dan zélf ook maar meer te geven.
Giftenaftrek
De giftenaftrek biedt belastingbetalers de mogelijkheid giften af te trekken bij de aangifte van hun inkomstenbelasting. De aftrek is in 1952 ingevoerd om de financiële nood te lenigen van kerkelijke, charitatieve, culturele, wetenschappelijke en algemeen nut beogende instellingen tijdens de wederopbouwfase. Doel was dat burgers meer zouden geven omdat de aftrek het geven goedkoper maakt. Was ten tijde van de invoering de maximale aftrek nog 80 procent, inmiddels is het toptarief, en daarmee de maximale aftrek, 52 procent. Gevers kunnen zo dus maximaal 52 cent van iedere gedoneerde euro aan goede doelen terugkrijgen van de overheid. Voorwaarde is wel dat de goede doelen officieel zijn aangemerkt als een algemeen nut beogende instelling (ANBI). Voor eenmalige giften geldt daarnaast dat ze in totaal een drempel moeten overschrijden van 60 euro óf 1 procent van het zogeheten verzamelinkomen. De giften zijn dan aftrekbaar tot 10 procent van het zogenoemde drempelinkomen. Giften met een structureel karakter, zogenoemde periodieke giften die bij notariële akte worden gedaan, zijn volledig en zonder drempel aftrekbaar.
Sinds 1 januari 2012 geldt daarnaast dat, vanwege de overheidsbezuinigingen op cultuur, giften aan specifiek culturele goede doelen tot 2017 voor de aftrek vermenigvuldigd mogen worden met 1,25. Concreet betekent dit dat een periodieke schenking van bijvoorbeeld 1000 euro per jaar, na aftrek slechts 350 euro kost (bij een effectief belastingtarief van 52 procent).
Reacties
„Met veel blijdschap geef ik God 10 procent van wat er aan geld bij mij binnenkomt en elk jaar kan ik het maximale bedrag aftrekken. Van het geld dat ik terugkrijg, geef ik God ook weer 10 procent”, schrijft Manuela Dieleman.
Die teneur hebben de meeste reacties van de circa zestig RD-lezers die reageerden op de oproep van de redactie: wat vindt u van de giftenaftrek? Slechts één lezer, Wim van Schaik, zou het uitstekend vinden als de giftenaftrek wordt afgeschaft. Hij ziet bewust af van het gebruik van deze regeling. „Door de ANBI-regeling worden ook doelen gesteund die mij totaal niet aanstaan.” Volgens Van Schaik moet de overheid „zich niet zo veel taken toe-eigenen.” Als zij meer overlaat aan het maatschappelijk middenveld, kan zij over een brede linie de belastingdruk verlagen. Dan verdwijnt voor mensen ook de noodzaak om „allerlei potjes en subsidies aan te spreken om toch maar iets van hun afgedragen belastinggeld terug te zien.”
Alle anderen maken er echter dankbaar gebruik van. „Ik zie hierin geen tegenstelling met het vermaan van de Heere Jezus: „Laat uw linkerhand niet weten wat uw rechterhand doet.” Dat gaat over het zoeken van de eer van andere mensen, niet om het publieke geven”, schrijft Ton de Jong. „De Bijbel kent diverse voorbeelden van publiek geven, denk bijvoorbeeld aan de gaven van het volk voor de bouw van de tabernakel en de giften van de oversten bij de tempelbouw. Die worden zelfs opgesomd.”
Een enkeling gaat héél bewust met de aftrek om. „Wij geven dubbele bedragen om het jaar voor maximale aftrek”, schrijft A. den Bleker.
Veel christelijke gevers houden bij voorbaat rekening met de wetenschap dat zij hun gift aan het eind van het jaar zullen aftrekken. „Al tientallen jaren geven wij veel extra weg aan goede doelen doordat we het kunnen aftrekken”, schrijven Sjerp en Ank Zeldenrust. „100 euro geeft een voordeel van ongeveer 35 euro. Dat geef je wéér weg, wat tot een voordeel van ongeveer 15 euro leidt.” Hun conclusie: „Met een gewoon loontje geef je gewoon 50 procent extra.”
Anderen zien nog andere voordelen aan de aftrekregeling. Liesbeth de Bruijn: „Een predikant zei eens dat als je meer aan vakanties uitgeeft dan giften, dit een bedenkelijke zaak is. Daarom vind ik het fijn dat je de giften op kunt geven. Zo weet je of bovenstaande het geval is, anders ga je dit niet zo snel uitpluizen. (…) Ook zie je wat je aan wie gegeven hebt en wordt het eerlijker verdeeld. Soms mis je iemand op de lijst en geef je daarna alsnog aan die instantie.”
Bijna alle reageerders vinden de aftrekregeling redelijk en eerlijk. De overheid plukt immers ook zelf de vruchten van wat goededoelenorganisaties allemaal doen? Arnold Korth („Als zevendedagsadventist geef ik de tienden en daarnaast nog giften”) vindt dat de aftrekregeling nog wel wat hoger zou kunnen. In Duitsland, het land waar hij momenteel woont, kunnen particulieren tot 20 procent van hun inkomen aan giften aftrekken.
Maar wat als de regeling toch zou worden afgeschaft? „Als ik niet meer kan aftrekken, zullen mijn giften met 40 procent dalen”, weet Pauline. „Iedere euro kun je nu eenmaal maar één keer uitgeven”, meent de familie J. Hakkenberg. „In ons geval zal het leiden tot beperking van het aantal giften. We hebben alleen AOW plus een heel klein pensioentje, u begrijpt dat we daar geen bokkensprongen mee kunnen maken”, schrijft de familie Bregman.
Mensen gaan niet zozeer minder geven, maar het rendement van hun giften wordt wel lager. „Wij geven als gezin 10 procent van ons inkomen terug aan de Heere, zoals wij geloven dat de Bijbel onderwijst. Het zou voor mij niet uitmaken of er nu wel of geen recht op giftenaftrek bestaat, het Woord van God blijft hetzelfde”, zegt Joeri Schippers.