Voor thuisonderwijs is vooral politieke wil nodig
Staatssecretaris Dekker wil thuisonderwijs verbieden omdat het nadelig zou zijn voor kinderen. Volgens mevr. D. de Jong is thuisonderwijs juist goed voor kinderen. De uitvoerbaarheid hangt vooral af van politieke wil.
VVD-Tweede Kamerlid Elias noemde thuisonderwijzers ooit „rare snijbonen” die je moest tolereren. Zijn partijgenoot staatssecretaris Dekker van Onderwijs is rigoureuzer. Hij lust geen snijbonen en wil een totaalverbod. Thuisonderwijs is „in strijd is met het belang van de opvoeding van het kind”, zo schreef hij in een beleidsbrief vorige week aan de Tweede Kamer.
Volgens de Leerplichtwet zijn ouders verplicht om te zorgen dat hun kinderen als leerling bij een school staan ingeschreven en deze school geregeld bezoeken. Ouders kunnen hiervan alleen ontheffing krijgen als er in hun omgeving geen school is te vinden die aansluit bij hun geloofsrichting. In dat geval mogen zij hun kinderen thuis zelf onderwijs geven.
Dekker wil ook deze laatste mogelijkheid tot het geven van thuisonderwijs schrappen, omdat deze kinderen „niet dezelfde kansen krijgen als hun leeftijdsgenoten op een brede sociaal-emotionele ontwikkeling.” Dit laatste argument wordt in de beleidsbrief vier keer genoemd. Wat Dekker onder een brede sociaal-emotionele ontwikkeling verstaat en op grond van welke gegevens hij concludeert dat kinderen die thuis les krijgen in dit opzicht tekortkomen, wordt niet verder uitgewerkt.
Uit onderzoek blijkt juist dat thuisonderwijs in vele opzichten goed is voor kinderen, zoals ook al wordt aangegeven in het artikel ”Verbod op thuisonderwijs komt hard aan” (RD 16-7). Een uitzondering zijn de kinderen die thuis les volgen op de manier van ”unschooling”, waarbij kinderen op een niet-schoolse manier en zonder lesboeken onderwijs krijgen. Zij presteren onder het gemiddelde.
Gedegen onderzoek
Thuisonderwijs zorgt blijkbaar alleen voor betere prestaties als het onderwijs gestructureerd wordt gegeven. Daarom is controle op de kwaliteit van thuisonderwijs belangrijk. Omdat er geen controle is op de kinderen die thuis les krijgen op grond van levensbeschouwing, is het niet duidelijk hoe groot de groep ”unschoolers” in Nederland is. Ook is niet helder hoeveel kinderen die thuis les krijgen uiteindelijk een diploma halen of daartoe gestimuleerd worden. Waarom geen gedegen onderzoek in plaats van rigoureus afschaffen?
Volgens Dekker zou toezicht door de inspectie „aanzienlijke lasten met zich meebrengen.” Dat is echter de vraag. Bij controle hoef je niet achter de voordeur te kijken, zoals Dekker suggereert. Controle van thuisonderwijs in België gebeurt door de onderwijsinspectie en is in het bestaande systeem van schoolinspecties ingebouwd. Op die manier kost het nauwelijks extra geld.
Een betere richting wijst het in mei verscheen het rapport ”Van leerplicht naar leerrecht” van Kinderombudsman Marc Dullaert. De Kinderombudsman pleit voor onderwijs op maat voor kinderen die meer zorg nodig hebben. Desnoods moet, volgens de Kinderombudsman, hiervoor de schoolplicht worden losgelaten. Dit maakt andere vormen van onderwijs mogelijk, bijvoorbeeld thuisonderwijs.
Contract
Uit het rapport komt naar voren dat er in Nederland zo’n 5000 kinderen thuis zitten voor wie geen passend onderwijs is gevonden. Ongeveer vijftig van deze kinderen hebben, volgens een artikel in NRC Handelsblad begin juni, een regeling met de inspectie die ”Miep-Ziek” wordt genoemd. ”Miep-Ziek” is een speciaal contract tussen school en ouders dat gemaakt is door de onderwijsinspectie. Kinderen staan ingeschreven op school en deze betaalt een deel van het onderwijs thuis, bijvoorbeeld de lesboeken. Dit lijkt duur, maar als al deze kinderen een plek zouden vinden in het speciaal onderwijs zouden de kosten vele malen hoger zijn.
Triest genoeg legt de inspectie de ouders een geheimhoudingsplicht op, om precedentwerking te voorkomen. Zo worden er maar een paar kinderen per jaar geholpen, terwijl er 5000 kinderen thuis zitten voor wie onderwijs thuis een goede oplossing zou kunnen zijn.
Het beste zou zijn om alle kinderen die thuis les krijgen in te schrijven op een school met een Miep-Ziekcontract. De scholen zouden hiervoor ondersteuning kunnen krijgen van de Wereldschool, die een jarenlange ervaring heeft met afstandsonderwijs.
In Nederland krijgen ruim 400 kinderen thuis les zonder enige vorm van controle van buitenaf. Ruim 5000 kinderen willen wel naar school, maar kunnen geen passend onderwijs vinden. Er is een oplossing mogelijk. Maar dat vereist wel een verandering van denken. Te beginnen bij staatssecretaris Dekker.
De auteur is werkzaam in het speciaal onderwijs.