Wereldvrede
Europeanen zien Israël als de grootste bedreiging van de wereldvrede. Onder de Nederlanders is dat nog sterker het geval. Dat is de toch wel schokkende uitkomst van een opiniepeiling in opdracht van de Europese Commissie.Overigens ging het daarbij strikt genomen niet om de vraag welk land de grootste bedreiging vormt. Mensen moesten aangeven of men een bepaald land wel of niet een bedreiging achtte voor de wereldvrede. Bij die vraagstelling kwam Israël bovendrijven. Driekwart van de Nederlanders beschouwde dat land als zodanig. Daarmee kwam Israël hoger te staan dan Iran of Noord-Korea.
Een bedreiging van de wereldvrede, dat klinkt erg zwaar. Maar daarbij moeten we natuurlijk wel bedenken dat vrede niet het hoogste ideaal is. Althans niet het enige ideaal. Een, liefst korte, oorlog waarbij een eind gemaakt wordt aan een tiranniek bewind of een apert onrechtvaardige situatie, kan te verkiezen zijn boven het onbeperkt laten voortduren daarvan.
Dat neemt niet weg dat uit de uitkomsten van dit onderzoek wel wat af te leiden is over de hier en elders in Europa heersende opvattingen over de internationale verhoudingen. Bijvoorbeeld dat de meerderheid van de ondervraagden de VS een gevaar vindt voor de wereldvrede. Over Rusland geeft slechts een minderheid een dergelijk oordeel.
De dreiging die van terroristische organisaties uitgaat, komt in de vraagstelling nauwelijks aan de orde en het gevaar van de Palestijnen komt al helemaal niet aan bod. Dat maakt het onderzoek eenzijdig. De opdrachtgevers bij de Europese Commissie hadden daar beter op moeten toezien. Men kon weten dat het hier een gevoelige materie betreft.
Nu was al lang duidelijk dat de sympathie voor Israël in Nederland en Europa tanende is. Velen van de oudere generatie zijn nog geneigd de Joodse staat in het verlengde te zien van de concentratiekampen. In de oorlogsjaren had men te weinig gedaan om de Joden te redden, nu kan men dat goed maken door Israël te steunen. Voor jongeren legt dit minder gewicht in de schaal.
In de verschillende oorlogen met de Arabische staten had Israël te maken met een in ieder geval kwantitatieve overmacht. Ook dat droeg ertoe bij dat in Europa veler sympathie bij de kleine Joodse staat lag. Van dergelijke reguliere oorlogen is thans geen sprake meer. En in de intifada’s hebben de Palestijnen veeleer de rol van de medelijden oproepende underdog.
Overigens is het voor Israël vooral van belang om de steun van Amerika te houden. Die legt meer gewicht in de schaal dan de opinies in de verschillende Europese landen, al zou het niet verstandig zijn om de ontwikkelingen in Europa te negeren.
Ondanks allerlei besprekingen en topontmoetingen die er geweest zijn, is een doorbraak in de Israëlisch-Palestijnse verhoudingen nog niet in zicht. De Palestijnen zullen zich eerst volmondig neer moeten leggen bij het bestaan van de staat Israël en het door hen gekoesterde recht op terugkeer moeten vergeten. Pas dan is er vrede mogelijk, waarbij Israël er ook niet onderuit kan om ingrijpende concessies te doen ten aanzien van de Joodse nederzettingen op de Westbank.