„Ik volg de lepelaar al meer dan 30 jaar en ik heb eigenlijk zelden een dode vogel gevonden”, aldus Overdijk donderdag. „Heel soms vind je er één, maar die ligt dan onder een hoogspanningskabel of naast de autoweg.” Aan deze vogels is echter niets te zien, waardoor Overdijk denkt aan een ziekte of gif.

„De omstandigheden zijn niet te verklaren, dus laten we onderzoek doen naar de doodsoorzaak”, zegt Overdijk. Hij wil graag dat mensen het melden als ze een dode lepelaar vinden, zodat ook die dieren nader onderzocht kunnen worden.

Volgens de natuurbeheerder moet het binnen enkele weken duidelijk kunnen zijn of het om gif gaat. „Dat is snel uit te sluiten of te bevestigen”, stelt hij. Mogelijk zou het om botulisme kunnen gaan - dat is ook een soort gif - maar dat ligt door het koude voorjaar niet in de lijn der verwachting, vindt Overdijk.

Ook ondervoeding lijkt niet de oorzaak. „De dieren zijn niet vermagerd. Er is niets aan ze te zien”, aldus de boswachter.

In Nederland leven ongeveer 4000 volwassen lepelaars.