„Schade aan kunst vrijwel altijd uitgekeerd”
AMSTERDAM (ANP). De verzekeraar keert de schade aan kunstwerken bij diefstal en beschadigingen vrijwel altijd uit. „Bij kunstverzekeringen geldt een allriskdekking”, zegt Marcel Schreuder van Aon Artscope, dat is gespecialiseerd in het verzekeren van kunst. Alleen in uitzonderlijke situaties, zoals bij een kernramp, volgt geen uitkering. Of als de kwaliteit van een kunstwerk verandert, zoals een aquarel die verkleurt omdat hij te lang in de zon hangt.
De eigenaren van de zeven schilderijen die vorig jaar oktober zijn gestolen uit de Kunsthal in Rotterdam, lijken dan ook een schadevergoeding tegemoet te kunnen zien, al wil Aon Artscope niet ingaan op deze zaak. Justitie in Roemenië liet deze week weten dat de meesterwerken, met een geschatte waarde van 18 miljoen euro, allemaal zijn verbrand.
Schreuder legt uit dat een museum bij een tentoonstelling meestal zo’n jaar van tevoren naar de verzekeringen kijkt. „Bruikleengevers willen dat het hele traject wordt verzekerd, dus ook het vervoer. Vanaf het moment dat een schilderij van de spijker wordt gehaald tot het moment dat het schilderij terugkeert op die spijker.”
Alle kunstwerken zijn te verzekeren. Het museum betaalt de premie, de bruikleengever krijgt bij incidenten de schade vergoed. Bij het bepalen van de premie beoordeelt de verzekeraar het risico. Schreuder: „De verzekeraar wil een beeld hebben van de expositie. Hoe zit het museum in elkaar? Om wat voor bruiklenen en kunstwerken gaat het?” Het kan zijn dat de verzekeraar aanvullende voorwaarden stelt, bijvoorbeeld als de beveiliging beter moet.
De bruikleengever en het museum stellen op voorhand de waarde van de kunstwerken vast waarvoor die verzekerd moeten worden. Als de verzekeraar deze accepteert, geldt die waarde als vaststaand. „Zodat er na schade niet nog een keer een discussie volgt over de waarde van de kunstwerken”, vertelt Schreuder. De verzekeraar kan verdere onderbouwing, zoals taxatierapporten vragen. „Hier speelt natuurlijk ook mee om wie het gaat in de kunstwereld.” Een onbekende bruikleengever zal met meer bewijzen moeten komen over de waarde van zijn kunst.
Als bij diefstal blijkt dat de beveiliging niet helemaal deugde, dan heeft dat niet per definitie gevolgen voor het uit te keren schadebedrag. „Als een overeenkomst is aangegaan, heeft een verzekeraar de risico’s geaccepteerd. Tenzij bijvoorbeeld een museum geen inbraakalarminstallatie had, terwijl dat wel was afgesproken. Maar dat komt zelden voor. Ik kan me geen gevallen herinneren in Nederland.”