CNV: EU-arbeiders in fasen toelaten
De vakcentrale CNV wil dat Nederland zijn arbeidsmarkt niet in één keer openstelt voor goedkope arbeiders uit nieuwe lidstaten van de Europese Unie. Het is beter om een overgangsregeling in te voeren, zoals ook bijvoorbeeld Frankrijk en Duitsland hebben gedaan.
Het CNV schrijft dit in een brief die woensdag naar de Tweede Kamer is verstuurd. De Kamer buigt zich deze maand over het verdrag dat de toetreding van tien nieuwe landen tot de Europese Unie regelt. Daaronder zijn Polen en Tsjechië.
Rienk van Splunder, bestuurder van het CNV, wijst erop dat het in Nederland momenteel economisch minder gaat. „Onze arbeidsmarkt kan een grote toestroom van nieuwe arbeidskrachten op dit moment niet verwerken.” Een grote toestroom is niet denkbeeldig, juist omdat andere landen wel voor een overgangsregeling hebben gekozen, aldus Van Splunder.
Een overgangsregeling heeft volgens de vakcentrale nog een tweede voordeel. Daardoor kan worden voorkomen dat overtredingen van de arbeidswetgeving zich vaker gaan voordoen. Nu werken er bijvoorbeeld mensen uit EU-lidstaat Portugal in Nederland die te weinig betaald krijgen of werk doen dat in strijd is met de Arbo-wetgeving. Vooral in de bouw en in de land- en tuinbouw komt dit voor. Het CNV pleit ervoor toe te werken naar een oplossing voor dit probleem, dat anders alleen maar groter dreigt te worden.