Onderwijs & opvoeding

Afschuwelijk, ze gaat huilen

Als een man kwaad wordt in een vergadering, is hij functioneel boos. Als een vrouw kwaad wordt op het werk, heet ze emotioneel. Van emotionele collega’s moet een man niets hebben, laat staan dat hij denkt dat zo iemand geschikt is voor een plek aan de top.

16 July 2013 18:09Gewijzigd op 15 November 2020 04:46
Foto Fotolia
Foto Fotolia

De man die ’s morgens naar zijn werk gaat steekt een brug over: van de persoonlijke wereld naar de zakelijke. Op het werk is hij directeur, of accountant, of docent; thuis is hij echtgenoot, vader. De verschillende mentale taken die daarbij horen zitten in nette, afgebakende hokjes. Daarom kan het gebeuren dat een man een vriend die bij hem werkt ontslaat omdat hij niet genoeg verkoopt – terwijl ze toch vrienden blijven. De beslissing was immers zakelijk, niet persoonlijk.

De hersens van mannen zijn er goed in om geconcentreerd taak voor taak te verwerken. Komt daar een krachtige emotie tussendoor, dan kost het hun moeite om helder te blijven denken. Bij vrouwen werkt het heel anders. Hun brein lijkt op een computer met een reeks vensters die tegelijk openstaan. Een vrouw kan emotioneel zijn en toch helder nadenken. Omdat mannen dat zelf niet zo best kunnen, denken ze dat een ander dat ook niet kan. Dus voelen ze zich ongemakkelijk bij een geëmotioneerde collega: o help, die gaat haar zelfbeheersing verliezen.

Vriendelijke zakenmannen

Wijsheden als deze staan in ”Wat werkende vrouwen moeten weten over hun mannelijke collega’s”, een boek van de christelijke Amerikaanse onderzoeker en columnist Shaunti Feldhahn. Voor de vrouw die van plan is de top van het bedrijf te bereiken –of, gewoon, prettig wil samenwerken met mannen– is het goed om te beseffen hoe de andere sekse denkt en werkt. Want er is veel waarvan vrouwen niet weten dat ze het niet weten, stelt Feldhahn, en dat kan hun carrière belemmeren. Of hen alleen maar verdrietig maken. Of woest. Terwijl ze het allemaal niet zo slecht bedoelen, die mannen, blijkt uit de reacties van de vriendelijke zakenmannen die Feldhahn sprak en die best een vrouw als collega-manager willen.

Feldhahn, die haar carrière begon als financieel analist op Wall Street, schreef eerder de bestseller ”Wat vrouwen moeten weten”, waarvoor ze een paar duizend mannen interviewde en enquêteerde. Voor hun visie op de werkvloer verwerkte ze uiteindelijk de reacties van 3000 mannen. De opvattingen en verwachtingen van christelijke zakenmannen verschilden niet wezenlijk met die van seculiere collega’s, ontdekte Feldhahn.

Een ander recent verschenen boek over dit onderwerp is ”Vrouw op de apenrots”, van zakenvrouw Carolina Pruis. De insteek is anders –Pruis schrijft over haar ervaringen als manager in een mannenwereld; Feldhahn geeft weer wat mannen antwoordden op haar vragen– maar de boodschap vertoont veel overeenkomsten. Zoals: mannen en vrouwen zijn echt heel verschillend, en: als vrouwen de top niet bereiken is dat niet allereerst de schuld van stevig gesettelde mannen op het pluche.

Glazen plafond

Vrouwen aan de top van het bedrijfsleven, het blijft een aangelegen en actueel onderwerp. In 2020 moet 40 procent van de hogere managementfuncties bij beursgenoteerde bedrijven worden bekleed door vrouwen, vindt de Europese Commissie. Maar het schiet niet zo op. In Nederland –waar wordt gestreefd naar 30 procent in 2016– is nog maar sprake van een schamele 11 procent, bleek in maart dit jaar. En op 20 juni diende Nederland formeel bezwaar in tegen die 40 procent van de EU, samen met nog negen lidstaten.

Voorvechters van vrouwen aan de top streven naar een verplicht vrouwenquotum om het glazen plafond te doorbreken: de onzichtbare barrières binnen bedrijven waardoor vrouwen –vergeleken bij mannen– achterblijven in hun carrière.

„Het glazen plafond bestaat niet,” stelt Carolina Pruis onomwonden. Ze heeft niets op met platformen en initiatieven die vrouwen als slachtoffer neerzetten. Vrouwen geven de voorkeur aan inhoudelijk werk in plaats van een positie met macht, zij kiezen eerder voor een normale werkweek in plaats van voor een tachtigurige, vinden gezin en familie belangrijker dan een topcarrière. En er is een verschil in presentatie: „Mannen zijn heel goed in zelfpromotie, terwijl vrouwen vinden dat ze hun kwaliteiten niet van de daken hoeven te schreeuwen.” Prima – maar dat is allemaal niet de schuld van mannen.

Geen glazen plafond dus – maar om hogerop te komen is het wel belangrijk te beseffen hoe een bedrijfscultuur in elkaar steekt. De conclusies in het boek van Shaunti Feldhahn zijn wellicht wat zwart-wit –want wie kent er geen mannelijke collega die roddelt in plaats van naar de leidinggevende te stappen met een klacht, of die zich op het werk zorgen maakt over thuis?– maar ze helpen wel om beter te snappen waar het botst tussen mannelijke en vrouwelijke werkmanieren. En daar gaat het Feldhahn om.

Ondoorgrondelijk

Nog even over de signalen die volgens mannen een bewijs zijn dat emoties op hol slaan. Huilen is een duidelijk voorbeeld. Andere signalen: van een mug een olifant maken; overhaaste conclusies trekken; weigeren je van iets af te laten brengen. In dit rijtje van Feldhahn staat ten slotte „Alles wat ze niet begrijpen”, die samenhangt met „de algemene, onbewuste veronderstelling bij mannen dat een vrouw ergens altijd willekeurig en ondoorgrondelijk zal blijven.”

Van „kleine dingetjes” worden mannen tureluurs, schrijft Feldhahn. Op het werk willen ze niet te veel details of onbenullige zaken horen – maar liever eerst de conclusie. Verder speelt het ego bij mannen een grote rol; achter een harde bolster van zelfvertrouwen schuilt een grote angst om onbekwaam gevonden te worden. En daar wordt werk, paradoxaal genoeg, opeens heel persoonlijk voor mannen. „Ik hoef me niet per se geliefd te voelen”, zegt een van de geïnterviewden in ”Wat werkende vrouwen moeten weten”. „Geef me alleen niet het gevoel dat ik onbekwaam ben.”

Respect is cruciaal. Een directe vraag van een collega –„Waarom doe je dat zó, Bob?”– kan worden opgevat als een gebrek aan respect, alsof de vraagsteller twijfelt aan iemands bekwaamheid. Op dat punt van directheid schijnen vrouwen „bruusker” te zijn dan mannen. Feldhahn noteerde (uit de mond van mannen): „Mannen zijn direct, zeker, maar de meeste mannen gaan bewust niet de confrontatie aan.” Ook zullen zij in een-op-eencontact directer zijn dan in het bijzijn van anderen. „In een groep zou een dergelijke directheid een publieke vernedering betekenen.”

Onderling onbegrip kan intussen verstrekkende gevolgen hebben. Geoff, een directeur van een toonaangevend bedrijf, zegt in ”Wat werkende vrouwen moeten weten”: „Een vrouw die niet begrijpt hoe mannen denken, raakt niet per se in de knel, maar ze manoeuvreert zichzelf in een neutrale zone, en dat is geen goede plek om in te verkeren. Ze zal op die manier nooit bij de club horen. (…) Men komt niet naar je toe, je wordt uitgesloten, zelfs als je slim bent.”

Perspectief

In die hoek heeft Carolina Pruis zich niet laten duwen, blijkt uit ”Vrouw op de apenrots”. Ze vergelijkt de door mannen gedomineerde zakenwereld met een kolonie chimpansees, waar een stevige hiërarchie geldt. Dat spel en de regels moet je kennen, weet Pruis. In de praktijk merkte zij dat ze er als leidinggevende niet alleen kwam met aardig zijn. Ze sloot een coalitie met haar grootste criticaster en ze dreigde twee onwillige teamleden met ontslag. Iedereen opgelucht: het was duidelijk wie de baas was. Tegelijk onderstreept Pruis, net als de mannen die Feldhahn sprak: vrouwen hoeven zich niet als mannen te gaan gedragen om op de apenrots te overleven. Intuïtie, empathie en sociale vaardigheden –dat is dan iets waar vrouwen vaak meer van hebben– blijven zeer welkom op de werkvloer.

Uit beide boeken blijkt dat er veel wijsheid nodig is in al dat intermenselijk contact, en hoe hoger op de carrièreladder, hoe harder het stormt. Pruis zocht inzicht en zelfkennis in een boeddhistisch centrum; Feldhahn eindigt met adviezen van ervaren christenvrouwen. In het laatste hoofdstuk, ”Bekijk het in het juiste perspectief”, wijst Feldhahn op „een leven dat God behaagt.” Zakenvrouw Lara zegt: „(…) Wel is het de bedoeling dat wij Zijn leven door ons heen laten schijnen in plaats van dat wij naar mensen kijken en proberen het op de manier van de wereld te doen.” Vanuit die houding zou het goed moeten komen, tussen mannen en vrouwen op de werkvloer.


Stereotypes

Vrouwen aan de top worden anders beoordeeld van topmannen, stelt professor Victoria Brescoll. Brescoll (Yale School of Management, VS) is sinds juni gasthoogleraar economie en bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Volgens Brescoll zijn stereotypes –een man hoort niet te huilen en een vrouw wordt niet kwaad– nog steeds van grote invloed op de kansen van vrouwen op de arbeidsmarkt. In haar onderzoek liet ze zien dat boze mannen respect krijgen, terwijl een boze vrouw als onprofessioneel wordt bestempeld.


Wat werkende vrouwen moeten weten over hun mannelijke collega’s, Shaunti Feldhahn; uitg. Barnabas, Heerenveen, 2012; ISBN 978 90 8520 241 7; 296 blz.; € 16,95;

Vrouw op de apenrots, Carolina Pruis; BBNC uitgevers, Amersfoort, 2013; ISBN 978 90 453 1395 5; 222 blz.; € 16,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer