Roeping
De wijzer van een uurwerk verplaatst zich, maar wij zien niet dat hij beweegt. Zo handelt God ook met sommige mensen. Anderen zijn bozere zondaren en tot hen komt God in een stormwind. Hier gebruikt Hij de scherpe beitels van Zijn wet om hun hart te breken. Hij vernedert ze diep en toont hun dat ze zonder Christus verdoemd zijn.Wanneer de woeste grond van het hart door vernedering geploegd is, zaait Hij het zaad van vertroosting. Hij biedt hun Christus en Zijn genade aan. Hij trekt hun wil niet alleen om Christus aan te nemen, maar ook om met grote begeerte naar Hem te verlangen en met een vast vertrouwen op Hem te rusten. Zo bewerkte Hij Paulus en maakte Hij van een vervolger een prediker.
God roept in die zin dat Hij lokt. Hij dwingt niet, maar trekt. De vrijheid van de wil wordt niet weggenomen, maar de wederspannigheid ervan wordt overwonnen. Uw volk zal zeer gewillig zijn op de dag Uwer heirkracht. Na deze roeping is de ziel gereed om Gods stem te gehoorzamen. Het is gelijk als bij Zachéüs, die door Christus werd geroepen en Hem met blijdschap in zijn huis nam en in zijn hart ontving.
Er is ook een heilige roeping. Met deze roeping roept God de mensen van hun zonden af. Hierdoor worden ze van de wereld afgezonderd en ten dienste van God geheiligd.
Thomas Watson, predikant te Londen (Alle de werken, 1670)