CBS: Aantal kinderen per vrouw al jaren constant
DEN HAAG. Het gemiddelde cijfer van 1,76 kinderen per vrouw is geen verrassing voor het CBS. „Sinds de jaren 70 en 80 schommelt het aantal kinderen per vrouw in Nederland tussen 1,7 en 1,8. Wel was de daling met 6400 geboorten het afgelopen jaar voor ons aanleiding tot het doen van dit onderzoek.”
Dat stelde dr. Chantal Melser van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maandagmiddag op basis van de cijfers die het bureau maandag presenteerde.
„Dat cijfer ligt overigens wel een stuk lager dan het vervangingscijfer van 2,1, een getal waarbij de bevolkingsomvang op peil blijft. Per saldo hebben we dus al decennia te maken met krimp; enkel door migratie neemt de bevolking nog toe”, concludeert Melser.
Een trendbreuk op de lange termijn zit er voorlopig niet in. Melser: „De vergrijzing zet zich bijvoorbeeld in hetzelfde tempo voort. De problemen met de betaalbaarheid van pensioenen en gezondheidszorg en de bevolkingskrimp in met name de randen van Nederland blijven onverminderd actueel.”
De huidige economische malaise is er de oorzaak van dat moeders in de leeftijd van 20 tot 35 jaar de komst van hun kind uitstellen of mogelijk afstellen. „Dat uit zich op korte termijn met name in minder kinderopvang”, verwacht Melser. „Als de economische vooruitzichten gunstiger zijn, komen die kinderen wellicht alsnog.”
Overigens gaat ook het geboortecijfer van de allochtone bevolkingsgroep steeds meer lijken op dat van autochtonen. Voorheen kenmerkte de allochtone groep zich door grotere gezinnen dan gemiddeld in Nederland gangbaar was. „Het aantal kinderen per vrouw is daar de laatste jaren sterk gedaald”, constateert Melser.
Het CBS maakte voor het onderzoek gebruik van de gegevens uit gemeentelijke basisadministratie.
Constateerde het centraal bureau mogelijk regionale verschillen?
„Limburg, een bekende krimpregio, stelde ons de vraag hoe het aantal kinderen per vrouw zich in die provincie ontwikkelt. Het uitstelgedrag van de vrouwen daar leek als twee druppels water op dat van de rest van Nederland. Ik heb dus geen reden om aan te nemen dat de regionale verschillen groot zullen zijn.”
Duitsland geeft intussen honderden miljoenen euro’s uit om mensen te stimuleren meer kinderen te krijgen en de bevolkingskrimp af te zwakken. Een goed idee?
„In Duitsland is het probleem van een laag geboortecijfer nijpender dan in Nederland. Met 1,36 per vrouw zitten ze ver onder het Europese gemiddelde van 1,57.”
Moet onze overheid dat Duitse voorbeeld volgen en het krijgen van kinderen ook financieel aantrekkelijker maken?
„Dat is een politieke vraag waar het CBS geen uitspraak over doet.”