„Drones verboden bij inzet tegen burgers”
DEN HAAG. Bewapende onbemande vliegtuigjes zijn geen verboden wapens. Aanvallen met drones mogen echter niet gericht zijn op burgers, tenzij zij rechtstreeks deelnemen aan de vijandelijkheden.
Dat concludeert een adviescommissie over volkenrechtelijke vraagstukken (CAVV) in een vanmiddag gepresenteerd rapport. Minister Timmermans vroeg de commissie begin dit jaar advies uit te brengen over de rechtmatigheid van inzet van bewapende drones.
Drones vallen volledig onder bestaand internationaal recht; lacunes zijn er niet, stelt de commissie van deskundigen. Wezenlijk verschil tussen een aanval met een F-16 en een drone is er niet.
Operaties met drones worden vaak bekritiseerd, omdat de dronebestuurder minder psychologische remmingen zou hebben bij het toepassen van dodelijk geweld door de grote afstand tot het inzetgebied. Dit fenomeen is echter onvoldoende wetenschappelijk bestudeerd, zegt de commissie.
Voor de inzet van drones in „vreemde staten” is altijd toestemming van de desbetreffende staat vereist. Drones mogen verder alleen voor zelfverdediging worden ingezet als er sprake is van een (onmiddellijk dreigende) gewapende aanval. Bovendien moet een aanval „noodzakelijk” en „proportioneel” zijn. Alleen de verdenking van terroristische betrokkenheid is onvoldoende. Het gepland en opzettelijk doden van een individu is alleen onder „zeer bijzondere” omstandigheden geoorloofd. Inzet van een zwaar militair systeem als een drone hiervoor is echter vrijwel altijd „disproportioneel” en „niet-noodzakelijk”, vindt de commissie.