Nederland niet gekort in nieuw visserijfonds
BRUSSEL. Een dreigende vermindering van de Nederlandse aanspraken op Europees visserijgeld is van de baan. De Europese ministers van Visserij hebben daar maandag in Brussel mee ingestemd.
Nederland ontvangt uit het huidige visserijfonds (periode 2007-2013) een kleine 50 miljoen euro. In het kader van onderhandelingen over de Europese begroting voor de periode 2014-2020 zou daar 7 procent van afgaan. Staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) heeft zich daar met succes tegen verzet, zo maakte het ministerie maandagavond bekend.
Belangrijkste argument van Dijksma is dat Nederland sterk inzet op verduurzaming en vernieuwing van de visserijsector. Dat is juist een van de speerpunten van het nieuwe Europees Fonds Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV), waarover momenteel in Brussel wordt onderhandeld.
Met het geld kan de Nederlandse visserij volgens het ministerie blijven werken aan technieken die ervoor zorgen dat bij het vissen de zeebodem minder wordt omgeploegd. Daardoor blijft meer zeeleven behouden.
De ontwikkeling van nieuwe technieken is ook belangrijk met het oog op de komende verplichting om vrijwel alle gevangen vis aan land te brengen. Vissers mogen bijvangst –te kleine vis en ongewenste soorten– niet meer overboord zetten. Deze verplichting wordt in de jaren 2015 tot 2019 gefaseerd ingevoerd. Voor schol en tong geldt deze verplichting met ingang van 2016.
Deze aanlandplicht dreigt de voor Nederland belangrijke zogenoemde gemengde visserij voor grote problemen te stellen. Nieuwe technieken moeten selectiever vissen mogelijk maken. Ook wordt gewerkt aan technieken om de overlevingskans van teruggegooide vis te vergroten; vis die teruggooien overleeft, valt namelijk niet onder de aanlandplicht.
Volgens Dijksma moet de vis in het winkelschap aan steeds meer criteria voldoen. „Dat is goed en betekent tegelijk dat de visserijsector duurzame vangst in moet bedden in de bedrijfsvoering. Minder geld zou dit proces bemoeilijken, en dat is nu voorkomen.”
De organisatie van Nederlandse kottervissers VisNed wil graag dat er meer geld uit het nieuwe fonds bij de vissers zelf terechtkomt, en minder bij „de vele onderzoeksinstituten en derden.” Innovatie zou vooral „van onderop” moeten gebeuren.