Oost en West ontmoeten elkaar nooit echt
„East is East and West is West and never the twain shall meet” (het Oosten is het Oosten en het Westen is het Westen, en nooit zullen die twee elkaar echt ontmoeten).
Met deze bekende zin uit zijn ”Ballad of East and West” typeerde de Britse schrijver Rudyard Kipling aan het eind van de 19e eeuw de grote verschillen in cultuur tussen Oost en West. Hij kon het weten, want hij groeide op in India, dat toen deel uitmaakte van het Britse koloniale rijk.
Maar wat zijn die twee werelden inmiddels naar elkaar toe gegroeid! Zo zijn ze in China verzot geraakt op dure westerse auto’s, op modehuizen uit Parijs en New York, en ook McDonald’s en Kentucky Fried Chicken doen er goede zaken. En wat te denken van al dat geflirt met oosterse religies in Nederland? Lopend langs de huizen, zie je steeds vaker hindoe- en Boeddhabeeldjes in de vensterbanken staan.
Toch gaan Kiplings woorden nog altijd op, en niet zozeer omdat wij met mes en vork en zij met stokjes eten. De verschillen zitten dieper, op het niveau van wereld- en mensbeschouwing. Neem de Chinese geneeskunst, die zo wezenlijk anders is dan de westerse.
Zo zal geen enkele Nederlandse huisarts potjes hete lucht voorschrijven om ziekten te bestrijden. In China doet een aanzienlijke groep medici dat wel. Het verbranden van moxa –gedroogde kruiden– in een potje, dat vervolgens op het hoofd van een zieke wordt geplaatst, is daar al duizenden jaren een bekend middel tegen reuma, astma en andere ziekten. Kwalen die volgens de Chinezen meer met een „verstoorde yin-en-yang-balans”, met „verstopte energiebanen” en „stagnerende qi-stromen” in het lichaam te maken hebben, dan met bacteriën of virussen. Verhitting of acupunctuur moet de oplossing bieden.
Omdat China fervent op zoek is naar een eigen nationale identiteit waarmee het zich kan afzetten tegen het Westen, is die oeroude geneeskunst belangrijker dan ooit.
En lijkt Kiplings voorspelling zelfs na 150 jaar stand te houden.