Drie kwartier voor het slot stond de Dow-Jonesindex 0,3 procent hoger op 15.501,50 punten. De S&P 500 index steeg 0,2 procent tot 1683,50 en de Nasdaq ging 0,2 procent vooruit tot 3608,80 punten.

Ook de groei van de Chinese economie, van 7,5 procent, gaf de handel een steuntje in de rug. Beleggers vreesden vooraf dat de tweede economie sterker zou zijn afgekoeld ten opzichte van 7,7 procent in het eerste kwartaal. „De cijfers namen bij beleggers de vrees weg dat China het herstel van de wereldeconomie kan schaden”, zei een beleggingsstrateeg.

Citigroup (plus 2 procent) behaalde in het tweede kwartaal een nettowinst van 4,2 miljard dollar (3,2 miljard euro), liefst 45 procent meer dan in dezelfde periode vorig jaar. Het concern wist onder meer zijn slechte bezittingen af te bouwen, waardoor de verliezen op dat terrein beperkter waren dan voorheen.

„Citigroup liet een goed rapport zien. De vraag is of de volgende reeks kwartaalcijfers goed genoeg is om de beurzen verder op te drijven”, aldus een handelaar. „Daar zal de aandacht van beleggers de komende tijd op gevestigd zijn.”

Boeing was ook in de bovenste regionen te vinden. Het aandeel steeg 3,8 procent nadat een Britse toezichthouder verklaarde dat de brand aan boord van een Dreamliner, vorige week, niet werd veroorzaakt door de accuproblemen. Vrijdag verloor Boeing 4,7 procent in reactie op de brand.

De echte hoogvlieger was Leap Wireless. De beurswaarde van de in 1998 opgerichte aanbieder van prepaiddiensten verdubbelde ruimschoots tot 17,07 dollar per aandeel, nadat telecomreus AT&T had ingestemd met de overname van het bedrijf voor 1,2 miljard dollar.

Een uur voordat Wall Street de deuren opende, maakte het Amerikaanse ministerie van Handel bekend dat de detailhandelsverkopen in juni met 0,4 procent zijn gestegen ten opzichte van mei. Economen rekenden in doorsnee op een toename van 0,8 procent.