Kabinet wil onderwijs aan huis verbieden
DEN HAAG. Het kabinet wil thuisonderwijs gaan verbieden, de stichting van nieuwe scholen loskoppelen van de bestaande richtingen en het kleur verschieten van scholen vergemakkelijken.
Dat staat in een brief die staatssecretaris Dekker van Onderwijs zaterdag naar de Tweede Kamer stuurde. Nu kunnen ouders die zich niet kunnen vinden in de levensbeschouwelijke richtingen van de scholen die in hun woonomgeving staan, vrijstelling van de leerplicht krijgen. Dekker vindt het ongewenst dat kinderen opgroeien zonder dat ze contact hebben met leeftijdsgenoten. Verder heeft hij er moeite mee dat er geen enkele vorm van controle op het thuisonderwijs bestaat.
Verder wil de staatssecretaris de stichting van nieuwe scholen loskoppelen van de bestaande richtingen. Op dit moment kunnen alleen erkende levensbeschouwelijke richtingen nieuwe scholen stichten. Dekker wil daar vanaf. Hij vindt dat elke groep ouders die achter de formule voor een bepaalde school staat, de mogelijkheid moeten krijgen een nieuwe school te stichten. De kwaliteit van het onderwijs moet wel gewaarborgd zijn en ouders moeten hun kinderen ook daadwerkelijk naar de betreffende school sturen.
Dit zogenoemde richtingvrij plannen biedt meer mogelijkheden voor pedagogisch-didactische richtingen. Ouders zouden ook een school kunnen stichten voor speciale talenten of waar veel onderwijs via computers wordt gegeven. De Onderwijsraad had in een advies over de toekomst over artikel 23 van de vrijheid van onderwijs al geadviseerd om richtingvrij plannen in te voeren.
Het van kleur verschieten van basisscholen wil Dekker vergemakkelijken. In dat geval verandert een school haar grondslag, bijvoorbeeld van protestants-christelijk naar algemeen bijzonder. Volgens de bewindsman is er reden toe om deze mogelijkheden te verruimen omdat door de secularisatie het scholenbestand niet goed aansluit op de wensen van de ouders.
Voor scholen van voortgezet onderwijs is deze mogelijkheid er al. Dekker wil dezelfde regel voor basisscholen laten gelden. Uiteindelijk besluit wel het bestuur tot verandering van een grondslag. Maar als het bevoegde gezag daarin niet de wens van ouders volgt, kunnen die ouders naar een geschillencommissie stappen.
Het leerlingenvervoer blijft vooralsnog intact, zo schrijft de bewindsman. De Onderwijsraad had geadviseerd om het leerlingenvervoer in stand te houden en los te koppelen van de levensbeschouwing van de school waar het kind naar toe moet. In de Tweede Kamer bestaat juist een meerderheid om het leerlingenvervoer flink te versoberen. Dekker wijst erop dat het vanwege de krimp op scholen en op handen zijnde fusieplannen nu niet verstandig is te snijden in deze vergoedingsregeling.