Dijksma en Clintons stichting dragen elk 3 miljoen dollar (2,4 miljoen euro) bij en ook de Wereldbank doet mee aan het project waarmee uiteindelijk zo’n 20.000 kleine boeren worden geholpen. Zo worden zij bijvoorbeeld betrokken bij de ontwikkeling van teeltmethoden en nieuwe zaden wamilieleubardoor gewassen als tarwe minder water nodig hebben om goed kunnen te groeien. Ook is er aandacht voor het op een slimme, klimaatbestendige manier planten van bomen en het opslaan van voedsel om verspilling tegen te gaan.

Nederland ziet het project als een manier om ondanks de voorspelde klimaatveranderingen meer greep te krijgen op het voedselvraagstuk aangezien er volgens schattingen van de Verenigde Naties 9 miljard monden moeten worden gevoed in 2050. De meeste van de 2 miljard wereldburgers die er de komende jaren bijkomen, leven in ontwikkelingslanden.

Om die groei aan te kunnen, zou de landbouwproductie met 60 procent moeten toenemen. Landbouw wordt nu wereldwijd in een adem genoemd met activiteiten als de uitstoot van het broeikasgas CO2 en ontbossing. Het kabinet wil daar vanaf. In 2010 is daarom tijdens een conferentie in Den Haag afgesproken te bezien hoe landbouw in plaats van deel van het klimaatprobleem juist deel van de oplossing kan zijn.

Clinton is zeer te spreken over deze aanpak. Met zijn stichting zoekt hij duurzame oplossingen voor het voedselvraagstuk. Dijksma: „Het is een enorme ‘boost’ dat Clinton het initiatief steunt. Voor Nederland is het als groot landbouwexporteur goed om bij te dragen aan oplossingen voor meer voedselzekerheid met internationaal landbouwbeleid.” Verder ziet zij dit als een kans voor innovatieve bedrijven met veel landbouwkennis.