Trainer hulpverleners: Wees nieuwsgierig naar reformatorische cliënt
DORDRECHT. Hulpverleners fronsen soms hun wenkbrauwen als ze bij een christelijk gezin met tien kinderen over de vloer komen. Vragen op het gebied van het geloof stellen ze niet aan de orde omdat ze er geen raad mee weten. Een training moet daarin verandering brengen.
”Hulpverlening aan reformatorische slachtoffers van huiselijk geweld”, zo heet een eendaagse training die Movisie dit najaar aanbiedt. Het landelijk kennisinstituut bracht het initiatief donderdag naar buiten.
De bijeenkomst voor niet-christelijke hulpverleners vloeit voor uit het Movisierapport ”De mantel der liefde” over huiselijk geweld in orthodox-protestantse kring, dat begin vorig jaar verscheen. Preventiewerker Maria Vermeulen-Bakker van SGJ Christelijke Jeugdzorg verzorgt de training voor Movisie.
Hoe moeilijk is het voor hulpverleners om aansluiting te vinden bij een slachtoffer van huiselijk geweld in reformatorische kring?
„Behoorlijk lastig. Ze hebben invoelingsvermogen en kennis nodig over de waarden en normen die in reformatorische gezinnen gelden. En ze moeten iets weten over de wij-cultuur in die kring, die de drempel extra hoog kan maken om situaties rond lichamelijk, psychisch of seksueel geweld naar buiten te brengen. Ook moeten ze beseffen dat het geloofselement een belangrijke rol speelt als het gaat om zaken zoals schuld en vergeving.
Het kan gebeuren dat een hulpverlener zegt: „Waarom ga je niet scheiden?” terwijl het voor een vrouw de vraag is of dat Bijbels gezien mag als ze door haar man wordt geslagen. Ik hoor meer dan eens dat slachtoffers op dergelijke punten geen herkenning vinden bij seculiere hulpverleners.”
Kunnen slachtoffers om die reden het beste hulp zoeken bij een christelijke instantie?
„Ik wil dat graag stimuleren, maar christelijke hulpverlening is niet altijd beschikbaar. Mensen kiezen er soms ook bewust voor elders hulp te zoeken, juist vanwege die sterke wij-cultuur. De training richt zich overigens niet alleen op hulpverleners in de ggz, maar ook op schoolartsen, medewerkers van meldpunten kindermishandeling en wijkagenten.”
Welke handvatten geeft u hun mee?
„Probeer bij elk gezin te achterhalen wat het waarden- en normenpatroon is, en hoe het geloof en de daarbijhorende principes in het leven doorwerken. Het is een valkuil om over de biblebelt te spreken als één homogene groep. Er zijn verschillen tussen kerken en ieder gezin heeft ook zijn eigen cultuur. Wees daar nieuwsgierig naar, ga ernaar op zoek. Durf te vragen: Vindt u steun in uw kerkelijke gemeente? Of: Hoe kijkt u vanuit uw geloof tegen de situatie aan?
Hulpverleners laten dit soort vragen soms liggen omdat het voor hen een mistig terrein is. Terwijl het voor het gezin juist wezenlijke zaken zijn. Het is ook belangrijk dat een hulpverlener mensen stimuleert het pastoraat of gemeenteleden te betrekken bij de ethische vragen waarvoor ze staan.”
Wat wilt u aan het eind van de training hebben bereikt?
„Dat de deelnemers meer kennis hebben over de achtergrond en denkwijze van reformatorische christenen. Het programma heeft daarnaast nadrukkelijk aandacht voor reflectie: Wat komt er bij je op als je aan deze doelgroep denkt? Hulpverleners kunnen soms wat allergisch reageren als ze met reformatorische christenen in aanraking komen. Sommigen fronsen hun wenkbrauwen wanneer ze bij een gezin met tien kinderen over de vloer komen. Of ze denken meteen aan hypocrisie en allerlei regels.
Dat soort beelden probeer ik bij te stellen. Daarbij gaat het ook om de vraag: Hoe komt het dat iemand zijn wenbrauwen fronst als hij een groot gezin ontmoet? Dat heeft blijkbaar met zijn eigen waarden en normen te maken. Maar waarom zouden die beter zijn dan die van dat gezin?”
Lees ook:
„Huiselijk geweld in orthodox-protestantse kring slecht bespreekbaar”