Joden vaak beledigd door voetbalfans
AMSTERDAM. Belediging van Joden door middelbare scholieren heeft vaak een link met voetbal. Een op de drie docenten in het voortgezet onderwijs was het afgelopen jaar getuige van antisemitische voorvallen.
Dat blijkt uit een rapport dat de Anne Frank Stichting vrijdagmorgen presenteerde. Aan het onderzoek namen 937 docenten aan deel. Veertig procent van hen zei weleens met anti-Joodse uitlatingen geconfronteerd te zijn die te maken hadden met de voetbalwereld. Deze vorm van antisemitisme ontstond uit de rivaliteit tussen de fans van verschillende clubs –Joden was vroeger een geuzennaam voor Ajaxsupporters, maar wordt nu negatief gebruikt– en manifesteert zich ook buiten de stadions op scholen.
Een op de vijf docenten rapporteerde beledigingen van Joden die worden geuit tegen de achtergrond van het Midden-Oostenconflict. Dat is volgens de Anne Frank Stichting een al langer bekend en hardnekkig verschijnsel.
Holocaustontkenning of -bagatellisering komt ook regelmatig voor. Een op de tien docenten kreeg er het afgelopen jaar mee te maken.
Het antisemitisme in het voortgezet onderwijs uit zich meestal in scheldpartijen en beledigingen die zich niet tegen een specifiek persoon richten. De meerderheid van de daders is autochtoon en mannelijk. Marokkaanse en Turkse leerlingen maken zich er wel relatief vaker schuldig aan dan jongeren van Nederlandse afkomst, maar vormen niet de meerderheid. Aan de voetbalgerelateerde beledigingen maken zich vooral autochtone jongeren schuldig, terwijl er bij antisemitisme vanwege het Midden-Oostenconflict vooral allochtone daders zijn.
Antisemitische voorvallen komen op alle niveaus voor, met een lichte oververtegenwoordiging in het vmbo. De Anne Frank Stichting stelt dat het tegengaan van antisemitisme hard nodig blijft. De stichting gaat hierover met het onderwijs, de overheid en voetbalorganisaties in gesprek.