Ongeveer 8000 moslimmannen die tijdens de burgeroorlog in Joegoslavië in de door Nederlandse blauwhelmen beschermde enclave hun toevlucht hadden gezocht, werden in de dagen erna door de Bosnische Serviërs vermoord.

De 409 lichamen zijn het afgelopen jaar uit meer dan 70 massagraven opgegraven. De kisten met de overblijfselen, gedrapeerd met groene stof, werden door de duizenden rouwenden van hand tot hand doorgegeven om in het Potocari herinneringscentrum te worden begraven. Daar liggen nu de resten van zo’n 6000 slachtoffers van de massaslachting.

Burgemeester Camil Durakovic van Srebrenica riep ertoe op de toekomst ondanks het onmetelijke leed niet te vergeten. „Draag eraan bij dat Srebrenica een plaats van voorspoed, vrede en verdraagzaamheid wordt, opdat het een voorbeeld ervan wordt dat zich dat (zo’n bloedbad) nooit meer herhaalt”, zei hij.