Nog ruim 120 vermisten op Sumatra
Reddingswerkers hebben dinsdag ingespannen gezocht naar overlevenden van de overstroming die begin deze week het vakantiedorp Bukit Lawang op het Indonesische eiland Sumatra trof. Er zijn inmiddels 85 doden geborgen en er worden nog 123 mensen vermist. Gevreesd wordt dat allen zijn omgekomen. Onder de doden is een jonge Nederlandse toerist. Twee andere Nederlanders zijn gewond geraakt, maar verkeren niet in levensgevaar.
Personeel van een ziekenhuis in de stad Medan heeft dinsdag tegen het Duitse persbureau DPA gezegd dat er twee Nederlanders om het leven zijn gekomen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken kon alleen de dood van één Nederlander bevestigen. Het ministerie doet verder geen mededelingen over het slachtoffer of de gewonden.
De ANWB Alarmcentrale meldde dinsdag dat een Nederlands stel maandagavond vanuit het toeristendorp is overgebracht. De man en de vrouw waren lichtgewond geraakt door de overstroming. Vijf andere Nederlanders bleven ongedeerd.
De leider van het reddingswerk, luitenant-kolonel Aman Depari, zei weinig hoop te hebben dat er nog mensen levend onder het puin vandaan zullen worden gehaald. Om hem heen waren reddingswerkers in de weer om van takken en bladeren brancards te maken.
De Nederlander Leo Zwetsloot overleefde de ramp. Hij was een van negen toeristen die aan de overkant van de rivier de Bahorok vastzaten en pas na 24 uur konden worden ontzet. De negen werden, stevig vastgesnoerd aan een touw, over 30 meter kolkend water naar de andere oever getrokken. Twee Amerikanen uit de groep zeiden dat zij in een boom waren geklommen toen de overstroming begon. Toen het water na anderhalf uur gezakt was, had elk zijn boom gekust en een takje meegenomen als aandenken.
Na dagenlange regenval stroomde de Bahorok, een rivier die door het dorp loopt, plotseling over. Tientallen gastenverblijven en restaurantjes langs de rivieroever werden weggevaagd door de stortvloed van water, modder en houtblokken. Dinsdag stroomde de Bahorok nog woest en de elektriciteit en het telefoonverkeer waren nog altijd buiten werking.
„Wat moeten we doen?” zei overlevende Lebeh Muktar, terwijl hij de ravage bezag die de overstroming heeft gemaakt van Bukit Lawang, 70 kilometer van de Noord-Sumatraanse hoofdstad Medan. „Iedereen kent iemand die is omgekomen. Waarom wij?”
Een moskee is in gebruik genomen als mortuarium. Het vakantiedorp wordt veel bezocht door rugzaktoeristen die een nabijgelegen orang-oetangreservaat willen bezoeken. Onder de doden zijn twee Duitsers, twee Oostenrijkers en een Singaporees. De meeste slachtoffers zijn echter permanente bewoners, mensen die in de toeristenbranche werkzaam waren en hun familieleden.
Het orang-oetangreservaat, dat een kilometer van het dorp tegen de helling van het dal ligt, lijkt weinig te hebben geleden van de watersnood. In het twintig jaar geleden tot beschermd gebied verklaarde bos leven enkele tientallen orang-oetangs.
Volgens de plaatselijke autoriteiten zijn de overstromingen het gevolg van grootschalig illegaal kappen in het nationale park Leuser, waar het orang-oetangreservaat deel van uitmaakt. Waarschijnlijk is de directe oorzaak echter legaal kapwerk in verband met de aanleg van een snelweg vanuit het aangrenzende Centraal-Atjeh. Volgens plaatselijke functionarissen hebben de opgestapelde boomstammen het rivierwater een tijdlang tegengehouden, totdat de druk te groot werd en water en houtblokken met groot geweld naar beneden kwamen.