Eindelijk meer macht voor Opta-baas Arnbak
Met de nieuwe telecommunicatiewet die de Tweede Kamer dinsdag met algemene stemmen heeft aanvaard, krijgt waakhond Opta meer bevoegdheden.
Het wachten is nu alleen nog op de Eerste Kamer. Meer macht, dat is echter precies waarvoor Opta-voorzitter Jens Arnbak (1943) al jaren, steeds tevergeefs, pleitte.
Nederland moest de telecomwet uit 1998 vervangen op last van Brussel. In de nieuwe wet zijn regels voor de hele telecommunicatiesector inclusief internet vastgelegd. Maar ook krijgt de Onafhankelijke Post- en Telecommunicatie Autoriteit nu de mogelijkheid boetes uit te delen van maximaal 10 procent van de omzet. Eindelijk meer bewegingsvrijheid voor de professor uit het Deense Aarhus, die in 1972 naar Nederland kwam „wegens een lief meisje”, zoals Arnbak in een vraaggesprek eens vertelde.
Direct bij de oprichting eind 1997 van de Opta vroeg Arnbak de toenmalige minister Jorritsma van Verkeer en Waterstaat al om meer macht. Hij was bang voor de snelle ontwikkeling van internet en kabel. Maar Jorritsma weigerde.
Arnbak kreeg de opdracht de vrije marktwerking in de in 1997 geliberaliseerde telecomsector in de gaten houden. Nieuwkomers moesten een eerlijke kans krijgen een positie op te bouwen in een markt die gedomineerd werd door het voormalige staatsbedrijf KPN (toen nog PTT Telecom). De Opta-voorzitter had vooral een taak als regisseur en niet zozeer als scheidsrechter die in de tarieven ingrijpt.
De eerste jaren na de liberalisering werden gekenmerkt door tal van botsingen tussen de toezichthouder en de telecombedrijven, met name KPN. Die geschillen werden soms pas bij de rechter beslecht.
De voormalige monopolist, in de persoon van Wim Dik, heeft Arnbak eens verweten KPN te vermoorden door een forse tariefsverlaging te eisen. De huidige topman Ad Scheepbouwer dreigde eerder dit jaar niet meer te investeren in Nederland als de Opta KPN blijft dwarszitten.
In de afgelopen zes jaar heeft Arnbak steeds geworsteld met de in zijn ogen beperkte bewegingsruimte van de Opta. „Wij zouden ook graag bedrijven aan de schandpaal willen nagelen, net zoals de Autoriteit Financiële Markten dat kan. We kunnen echter niet reageren op misleidende advertenties van bedrijven”, mopperde de technisch ingenieur bij het vijfjarig bestaan van zijn werkgever. Ook had hij graag meer bevoegdheden gehad om de tarieven van vooral mobiele telecomdiensten doorzichtiger te maken.
Arnbak was vanaf 1979 hoogleraar radiocommunicatie aan de TU in Eindhoven. In het midden van de jaren tachtig zat hij in de commissie-Steenbergen die de regering moest adviseren over de status van de PTT. Van 1994 tot 1997 was de technisch ingenieur op de TU in Delft hoogleraar informatie- en communicatietechnologie. Daar is de Deen nog een dag per week in dienst. Voor de Opta werkt Arnbak vier dagen.