Russische procureur-generaal haalt uit naar ngo’s
MOSKOU (AP). De Russische procureur-generaal heeft dinsdag 215 non-gouvernementele organisaties ervan beticht een wet te hebben geschonden die ngo’s die geld krijgen uit het buitenland verplicht zich te laten registreren als ‘buitenlandse agenten’. Volgens critici is de wet zo vaag dat deze kan feitelijk worden gebruikt om alle ngo’s het leven zuur te maken.
Sinds de wet in november werd aangenomen zijn de kantoren van zo’n tweeduizend ngo’s in Rusland doorzocht. Tegen 36 ngo’s zijn aanklachten ingesteld. Procureur-generaal Joeri Tsjaika verdedigde de invallen dinsdag. Hij zei dat 215 ngo’s zich „in onze ogen” moeten laten registreren als buitenlandse agent, ofschoon deze organisaties geen geld meer krijgen uit het buitenland sinds de wet is aangenomen.
Een van de organisaties die op de korrel worden genomen door de autoriteiten is Agora, die andere ngo’s juridische bijstand biedt. Pavel Tsjikov, het hoofd van Agora, zei dinsdag dat de meeste aanklachten die zijn ingesteld betrekking hebben op geld dat de organisaties voor de invoer van de nieuwe wet ontvingen.
Tsjaika haalde specifiek uit naar Agora en verkiezingswaakhond Golos, die de wet volgens hem proberen te ‘ontduiken’. Golos kreeg in april als eerste ngo een boete van omgerekend ruim zevenduizend euro. Het was de eerste boete die onder de nieuwe wet werd uitgedeeld.
Volgens critici heeft de term ‘buitenlandse agent’ een negatieve connotatie en is de wet bedoeld om de steun voor en de geloofwaardigheid van ngo’s te ondergraven. Ngo’s die zich niet laten registeren riskeren een maximale boete van omgerekend ruim twaalfduizend euro. Directeuren van ngo’s kunnen een boete van ruim zevenduizend euro krijgen.