Wereldbank helpt bij omstreden oliepijplijn
De Wereldbank heeft dinsdag besloten een deel van een omstreden project voor de winning van olie in het Kaukasusgebied te financieren.
Het project voorziet in de aanleg van een pijplijn die volgens natuurbeschermingsorganisaties schade aan het milieu kan veroorzaken.
Het besluit werd genomen door de zogeheten International Finance Corporation (IFC), die onderdeel is van de Wereldbank en zich bezighoudt met de private sector.
Het project betreft de ontwikkeling van een oliewinningsgebied in de Kaspische Zee voor de kust van de voormalige Sovjetrepubliek Azerbeidzjan. Vanuit de hoofdstad Bakoe zal een pijplijn worden aangelegd die via Georgië naar Turkije loopt. De pijplijn zal met 1760 kilometer een van de langste ter wereld zijn.
Met het hele project is een bedrag gemoeid van 3,6 miljard dollar. Daarvan zal de IFC 125 miljoen dollar voor haar rekening nemen. Eenzelfde bedrag financiert de IFC samen met commerciële banken. Het project wordt geleid door een consortium onder leiding van de Britse oliemaatschappij BP.
Het Wereld Natuur Fonds (WNF) is bang dat de bouw van de pijplijn schade zal veroorzaken aan natuurgebieden, vooral in Georgië. „Er is een niet-aanvaardbaar risico voor mens en milieu”, aldus de organisatie dinsdag.
Milieudefensie meent dat de zogeheten milieueffectrapportage niet zorgvuldig is uitgevoerd. Bewoners in dorpen waar de pijplijn langskomt, zijn niet goed geraadpleegd, aldus de organisatie. Milieudefensie waarschuwt bovendien voor aardbevingen, die in het gebied geregeld voorkomen en de pijplijn kunnen beschadigen. Een woordvoerster van de Wereldbank verklaarde dat bij de bouw sprake zal zijn van adequate voorzorgsmaatregelen, zodat bijvoorbeeld lekkages in de pijplijn direct kunnen worden opgespoord.
Het project verschaft Azerbeidzjan de komende twintig jaar 29 miljard dollar aan inkomsten. Ook Georgië en Turkije pikken een graantje mee. Dagelijks kan er een hoeveelheid olie door de pijplijn die overeenkomt met 1 miljoen vaten. De bouwwerkzaamheden betekenen werk voor vermoedelijk 10.000 mensen. Of de arme bevolking in de regio van het project zal profiteren, is volgens Milieudefensie nog de vraag. „Georgië en Azerbeidzjan staan in de toptien van meest corrupte landen”, aldus een verklaring dinsdag.