Opinie

ADHD: een uit de hand gelopen diagnose?

Het aantal kinderen met de diagnose ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) groeit explosief. Kinderen met ADHD zijn druk, vaak ongeremd en kunnen zich moeilijk concentreren. Maar met dit etiket is niet alles gezegd. Arga Paternotte, die een boek schreef over ADHD, zegt in Balans (nr. 5, 2013): „De een noemt ADHD een hype, de ander een diagnostische inflatie en een derde meent dat we onze kinderen niet zo makkelijk moeten opzadelen met het etiket van een psychische stoornis.”

Drs. M. Burggraaf
8 July 2013 14:50Gewijzigd op 15 November 2020 04:37

In de discussie komen vragen naar voren als: Is het ongedurig gedrag veroorzaakt door een niet optimale hersenfuncties? Of is het een opvoedingsprobleem en komt het door een ongestructureerde omgeving? Er zijn inmiddels veel nieuwe onderzoeksresultaten verschenen en er is meer inzicht in de langetermijneffecten van behandelingen. Er is onderzoek gedaan naar de invloed van medicijnen (Ritalin) en niet-farmacologische behandeling, zoals diëten.

Als je kennisneemt van de geschiedenis van ADHD, dan begrijp je dat het altijd al voorkwam, alleen onder andere namen. De misère voor ouders en kinderen blijft hetzelfde. Toch is de laatste jaren ADHD echt toegenomen. Er zijn meer diagnoses, meer kinderen die Ritalin slikken. Waarom dat zo is, blijft nog onbekend. Worden de diagnoses te snel gesteld?

Hoe dan ook, de verschijnselen bestaan. ADHD is een ingewikkeld samenspel van aanleg en genen, omgeving en karakter. Maar feit blijft dat het iets is wat kinderen belemmert. Die kinderen verdienen onze hulp om goed te kunnen functioneren.

In Balans (nr. 6, 2013) schenkt Arga Paternotte aandacht aan hen die vinden dat de diagnose ADHD tegenwoordig al te gemakkelijk wordt gesteld. Zij spreken van „diagnostische inflatie.” Dat vinden ze slecht voor mens en maatschappij, om niet te spreken voor die zielige kinderen die tegenwoordig door hun ouders zo makkelijk een vervelend etiket opgeplakt krijgen.

In de derde editie van de DSM (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders), het handboek voor psychische aandoeningen dat in veel landen als standaardwerk in de psychiatrische diagnostiek geldt, werd voor het eerst over ADHD gesproken. Inmiddels is de diagnose opgerekt. Na de verschijning van de vierde editie van de DSM verdrievoudigde het aantal ADHD-gevallen. Ook normale gedragsverschillen vallen nu onder de diagnose. Een diagnose die nuttig kan zijn als ze zorgvuldig wordt toegepast, kan uitlopen op een complete ramp als ze achteloos wordt gebruikt.

Intussen moeten we –in plaats van zorg te claimen bij de overheid– zorgen voor elkaar. In dit proces wordt gekeken naar de ziektelast van aandoeningen, met het idee dat er bij een geringe ziektelast (een ongemak) op de zorg bezuinigd kan worden. ADHD bleek in het rapport van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in de lichte categorie te vallen. Dat zou betekenen dat de behandeling niet meer in het basispakket wordt opgenomen. Maar, zo vraagt Agnes Paternotte zich af, gaan we dan de nadelen van overdiagnostiek niet te veel overdrijven ten opzichte van de narigheid van onderdiagnostiek? Want welke oplossing is er voor de problemen van kinderen die buiten een diagnose vallen en met het etiket ”raar”, ”lastig”, of ”gestoord” door het leven moeten?

De jeugdgezondheidszorg heeft de laatste decennia expertise ontwikkeld op het gebied van de gedragsproblematiek. Om een doorgeslagen behandeling met medicijnen te remmen zou een betere aansluiting gevonden kunnen worden bij de jeugdgezondheidszorg om kinderen die een etiket hebben gekregen en hun ouders te begeleiden.

In De Psycholoog (juni 2013) staat een gesprek met de Amerikaanse psychiater Allen Frances. Hij had een belangrijke rol bij de totstandkoming van de vierde editie van DSM en uit kritiek op de vijfde editie, die onlangs verschenen is. Ondanks zijn inspanningen om medicalisering van normaal gedrag tegen te gaan, gebeurde het na het verschijnen van zijn handboek toch. Het aantal mensen met ADHD en autisme verveelvoudigde.

Als iets eenmaal in de DSM is geïntroduceerd, heb je geen controle meer over de manier waarop het wordt gebruikt. Het is de tendens om diagnoses te ruim te gebruiken. De diagnoses zelf moeten strakkere criteria krijgen. En publiek en professionals moeten worden gewaarschuwd dat diagnoses te snel worden gesteld. De farmaceutische industrie verkoopt het idee dat normaal gedrag een ziekte is. Zo heeft inmiddels in de Verenigde Staten een op de vijf jongens de diagnose ADHD gekregen. Maar wanneer jongens zich in de klas actiever en ontremd gedragen wil dit nog niet zeggen dat ze aan een stoornis lijden waarvoor ze medicijnen nodig hebben. Een diagnosestelling moet zorgvuldig gebeuren en niet plaatsvinden met het oog op vergoedingen. Problematisch is het als de stoornis populair wordt en verbreedt tot normaal gedrag.

Drs. M. Burggraaf, voormalig voorzitter van het college van bestuur van de Christelijke Hogeschool Ede. Reageren? focus@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer