Binnenland

Uitspraak Checkpoint helpt drugsbestrijding

DEN HAAG (ANP). De uitspraak van de Hoge Raad over megacoffeeshop Checkpoint schept duidelijkheid over heel veel andere zaken over de verkoop van softdrugs. De raad bepaalde dinsdag dat het Openbaar Ministerie (OM) de roemruchte shop in Terneuzen toch mag vervolgen.

8 July 2013 06:46Gewijzigd op 15 November 2020 04:36

„Er was veel onduidelijkheid of het OM wel mocht vervolgen als de verkoop van grotere hoeveelheden softdrugs langere tijd door het plaatselijke bestuur werd gedoogd. Die duidelijkheid hebben we nu wel.” concludeert Herman Knol, hoofd van het OM-expertisecentrum dat zich bezighoudt met cassaties, zondag.

Het gerechtshof in Den Haag had het OM eerder nog gezegd dat ze het recht op vervolging om die reden had verspeeld. En daarmee kwamen ook andere zaken die om de verkoop en het bezit van softdrugs draaiden onder druk te staan, legt Knol uit. „Zo werd het OM ook het recht ontzegd om te vervolgen in een zaak van twee eigenaren van een Almeerse blowboot en werd hun hoger beroep aangehouden in afwachting van de uitspraak van de Hoge Raad over Checkpoint.” En ook een rechter in Utrecht stelde een zaak om die reden voorlopig even uit.

Alle cassaties van het OM lopen via de zogenoemde cassatiedesk bij het ressortsparket in Den Haag. Die werd 5 jaar geleden in het leven geroepen. Daar bekijken drie advocaten-generaal welke zaken in aanmerking komen voor behandeling bij de Hoge Raad.

Tot 2008 bepaalden aanklagers zelf of ze naar de Hoge Raad gingen, maar sindsdien is dat centraal geregeld. „Het is een bepaalde tak van sport”, legt Knol uit. Vanuit de Hoge Raad klonk vorig jaar nog kritiek op het niveau van cassatieschrifturen. Maar in 2012 bleek het OM in 67 procent van de 68 zaken het gelijk aan zijn zijde te hebben.

Of justitie in cassatie gaat, hangt van verschillende factoren af. Welk maatschappelijk belang is er, en is er - zoals bij Checkpoint - duidelijkheid nodig voor soortgelijke zaken. Daarom kan het zo maar zijn dat het OM toch naar de Hoge Raad stapt in een op het eerste gezicht ‘flutzaakje’.

Als voorbeeld geeft Knol de strafzaak van een man die het OM vervolgde voor een mishandeling met een tak. „Het hof vond dat een te kleine zaak om te vervolgen en verklaarde het OM daarom niet ontvankelijk. De Hoge Raad oordeelde later dat het hof daarmee op de stoel van het OM was gaan zitten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer