Rijssense oud-verzetsman strijdt onvermoeibaar tegen geschiedvervalsing
RIJSSEN. Oud-verzetsman Roelf Wolterink mag dan 89 zijn, hij kan zich nog altijd mateloos opwinden over al te spannende verhalen die de geschiedenis naar hun hand zetten. „Het is verbazend hoe gemakkelijk allerlei verhalen kritiekloos worden opgeschreven.” Hij stelt nu de correcte versies op schrift.
Wolterink zat in het verzet, werd tewerkgesteld in Duitsland en nam na de Tweede Wereldoorlog deel aan de politionele acties in het toenmalige Nederlands-Indië. Hij ondervond de rauwe werkelijkheid van de gevechtshandelingen aan den lijve en is nog niets vergeten.
„Het is verbazend hoe gemakkelijk allerlei verhalen kritiekloos worden opgeschreven”, zegt de oude Rijssenaar. „Dat maakte ik ruim dertig jaar geleden al mee met de bekende oorlogsboekenschrijver Rik Valkenburg. Hij had met een aantal mensen uit Rijssen gesproken. Uit hun mond tekende hij op dat hier in de laatste dertig dagen van de Tweede Wereldoorlog nog een aantal mensen in de deuropening van hun huis zo maar was doodgeschoten.”
Ook van Wolterink schreef Valkenburg enkele belevenissen op. „Voordat hij het materiaal naar de drukker wilde sturen, liet hij het mij lezen. Ik wees hem erop dat de Duitsers in de nadagen van de oorlog hier geen mensen zomaar hebben doodgeschoten. Valkenburg wilde echter toch publiceren en toen heb ik mijn bijdrage teruggetrokken. Als de feiten niet kloppen, kan ik daar geen verantwoordelijkheid voor dragen.”
De Tweede Wereldoorlog, Nederlands-Indië en alles wat daarmee samenhangt, stempelden Wolterinks leven. Jarenlang was hij secretaris van de Rijssense Bond Oud-Strijders en gaf hij vorm aan de jaarlijkse dodenherdenking bij het oorlogsmonument aan de Lentfersweg. Wolterink maakte een overzicht van de Joodse gemeenschap die Rijssen ooit had en hij gaf een boek uit met eigen materiaal over de oorlog.
Zijn inspanningen leverden hem het ereburgerschap van de stad Rijssen op. Nog altijd is hij actief lid van het Comité Herdenkingen Rijssen.
Vooral de laatste jaren zijn er nogal wat boeken met oorlogsherinneringen verschenen. In 1995 bracht de Stadsbibliotheek het boekje ”Ouwr ’n Oorlog” uit. Recenter verschenen twee boeken van de inmiddels overleden Rijssenaar Hein Roosink.
Wolterink wil niemand een trap nageven, maar toont zich wel teleurgesteld over de inhoud van deze drie boeken. „Vooral ook omdat ik de scribenten diverse keren heb gewezen op storende onjuistheden in de persoonlijk getinte verhalen. Er is echter niets mee gedaan. Ik kreeg zelfs een keer als reactie: „Wat maakt het toch uit dat die verhalen niet helemaal kloppen. De mensen waarover het gaat leven toch niet meer.””
Wolterink vindt dat „een totaal verkeerde manier van redeneren.” „Als je ouders of familieleden in de oorlog echt hun nek hebben uitgestoken, dan is het heel pijnlijk als nabestaanden moeten lezen hoe die heldendaden worden toegeschreven aan mensen die er niets mee te maken hebben gehad. Er zijn zelfs mensen die op grond van verzonnen verhalen oorlogspensioen hebben aangevraagd en nog kregen ook.”
De onjuistheden in de oorlogsverhalen variëren van fouten in data tot nooit plaatsgevonden wapendroppings. „In een van de verhalen wordt een Joodse plaatsgenoot in 1943 gevangengenomen, terwijl alle Rijssense Joden al in 1942 waren weggevoerd. Anderen verspreidden verzetskrant Trouw toen dit blad nog niet eens bestond.”
Martelende onzekerheid
Een ernstiger fout is dat het verzet een „laffe moord” wordt verweten toen bij een overval op een wapendepot een Duitse soldaat omkwam. Wolterink weet dat het om noodweer ging en ook hoeveel martelende spanning de dood naderhand veroorzaakte bij de verzetsmensen.
De oud-verzetsman stelt dat veel oorlogsherinneringen steeds meer gaan lijken op kwajongensverhalen. „Duitsers opzettelijk de verkeerde weg wijzen, die dingen. Als je dan bedenkt dat de Duitsers beschikten over de beste stafkaarten en dat het grootste deel van de vrachtwagenchauffeurs de wegen vóór de oorlog als zogenaamde toerist al heel vaak hadden gereden, dan kun je toch op je blote klompen wel aanvoelen hoeveel fantasie in dit soort verhalen zit?”
Het stoort Wolterink dat ze voor waar worden opgeschreven. „Zolang er niemand protesteert, blijft het zo, maar zo hoort het niet. Zolang je de gegevens kunt controleren, mogen zulke missers niet voorkomen.”
De enige manier waarop je deze geschiedvervalsing kunt bestrijden is zelf het echte, gecontroleerde verhaal op papier te zetten. Daarmee is Wolterink inmiddels begonnen.