’Plan ambulancezorg onder de maat’
De plannen van het kabinet voor ambulancezorg bij zware ongevallen en rampen zijn onder de maat. Het kabinet trekt ook te weinig geld uit om de aanrijtijden van ambulances te verbeteren. Dat stellen onder meer de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), GGD Nederland en het Beraad van burgemeesters die verantwoordelijk zijn voor de regionale Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen (GHOR) dinsdag in een gezamenlijke brief.
Minister Hoogervorst (Volksgezondheid) wil 18 miljoen euro extra per jaar uittrekken voor vier nieuwe ambulanceposten. Ze komen in Wijchen, Urk, Volendam–Marken en op het voormalige werkeiland Neeltje Jans ten zuiden van het Zeeuwse Schouwen–Duiveland.
Maar volgens de ondertekenaars van de brief is dat niet voldoende. Vorig jaar nam de Tweede Kamer nog een motie aan waarin besloten werd dat 30 miljoen euro noodzakelijk was. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) becijferde eerder dat 60 miljoen euro nodig was. Hoogervorst vindt echter dat de regio’s zelf moeten opdraaien voor eventuele meerkosten.
Verder wil de minister de provinciebesturen de zeggenschap over het ambulancevervoer ontnemen. Die bevoegdheid gaat voortaan naar de zorgverzekeraars, omdat zij volgens Hoogervorst beter thuishoren in de keten voor acute medische zorg (de huisarts, het ziekenhuis en de nazorg). Hij vindt het efficiënter om de zorgvoorzieningen zoveel mogelijk in één hand te houden.
Provinciebesturen, maar nu ook de VNG zijn daar tegen. Volgens hen is het van essentieel belang dat die bij de provincies blijven, juist vanwege de regionale samenwerking met de brandweer, politie en GGD.
De Tweede Kamer praat donderdag over de plannen van Hoogervorst.