Werkgevers en werknemers zijn het eens geworden over deze reparatie in het definitieve pensioenakkoord dat zij maandag hebben gesloten. De afspraken gaan volgend jaar in.

De halvering van de nabestaandenregeling in het voorlopige akkoord, dat begin deze zomer werd gesloten, ontlokte veel weerstand aan de achterban. Die vonden de versobering veel te gortig. De halvering blijft weliswaar bestaan, maar overheidsdienaren kunnen zich bijverzekeren. J. Duijnhouwer van de gezamenlijke ambtenarenbonden van het CNV verwacht dat een belangrijk deel van deze mogelijkheid gebruik zal maken. „Meer dan de helft.”

Ook de voorgenomen halvering van de pensioenopbouw voor arbeidsongeschikten is aangepast. WAO’ers, die geen premie betalen, sparen straks voor 70 procent van hun pensioen. Voorts hebben beide partijen de scherpe kantjes van de middelloonregeling afgehaald. Die regeling vervangt het huidige eindloonstelsel.

De versobering van de regeling vloeit indirect voort uit de wat magere financiële positie van het ABP, het pensioenfonds voor de overheid en het onderwijs. De toezichthouder Pensioen- en Verzekeringskamer stelde dat de premie omhoog zou moeten van 15,2 procent naar 22,4 procent volgend jaar, als er niets verandert.

Om een dergelijke forse stijging te voorkomen, hebben werkgevers en werknemers besloten de pensioenregeling uit te kleden. De nieuwe afspraken zijn goedkoper. De totale pensioenpremie komt nu uit op 19 procent. Werkgevers betalen hiervan driekwart. Een werknemer die zijn nabestaandenpensioen wil repareren, moet daarvoor 1,7 procent boven op zijn werknemersdeel van 4,75 procent betalen.

De animo voor de reparatie van het nabestaandenpensioen is hoog, verwacht P. Gortzak, voorzitter van de gezamenlijke FNV-bonden van overheidspersoneel. „Ik reken op driekwart.”

Ambtenaren die voor een nabestaandenpensioen sparen, kunnen dat uitruilen tegen hoger ouderdomspensioen. „Daarom is dit ook aantrekkelijk voor alleenstaanden in dienst van de overheid.”

ABP beheert een vermogen van 144 miljard euro. Het fonds verzorgt de oudedagsuitkering van 650.000 gepensioneerden en waakt tevens over de aanspraken van 650.000 ex-ambtenaren, de zogenoemde slapers.