„Ook Rode Draad kan goede dingen doen”
Het is op z’n minst twijfelachtig dat een stichting als De Rode Draad subsidie ontvangt ten gevolge van een SGP-motie die is gericht op het helpen van prostituees aan normaal werk. Dat stelden tien christelijke organisaties vandaag in een manifest. SGP-kamerlid Van der Staaij reageert: „Het gaat om projectsteun, niet om steun aan een organisatie.”
Tijdens de behandeling van de justitiebegroting voor 2003, een jaar geleden in de Tweede Kamer, boekte Van der Staaij een aansprekend succes. Hij verwierf brede steun voor een motie die de regering oproept prostituees de helpende hand te bieden wanneer zij hun sinds 1 oktober 2002 legale beroepsgroep willen verruilen voor normale kostwinning. Vaak is dat, vooral financieel, een nogal moeilijke overstap.
Vorige week kwam er boter bij de vis. Minister De Geus (Sociale Zaken) liet de Kamer weten dat zowel de Mr. A. de Graafstichting als stichting De Rode Draad subsidie krijgt. De Mr. A. de Graafstichting moet gemeenten gaan helpen bij het opzetten van beleid, De Rode Draad krijgt 30.000 euro om op lokaal niveau de carrièrewisseling van laagopgeleide prostituees te begeleiden, bijvoorbeeld via het opzetten van cursussen.
Vooral het laatste valt slecht bij tien christelijke clubs, via de ChristenUnie verenigd in het Platform Organisaties Opvang Prostituees (POOP). Juist vandaag boden zij de Tweede Kamer een manifest aan over de gevolgen van de opheffing van het bordeelverbod. Daarin stellen ze teleurgesteld vast dat „zulke gekleurde organisaties weer als rechterhand van de overheid gezien worden.” Deze „emancipatiebewegingen” streven immers naar een vorm van prostitutie die „de schaamte voorbij” is.
Wist u welk soort organisaties van uw motie profiteert?
Van der Staaij: „Ja, we realiseren ons dat het gaat om stichtingen met een doelstelling en werkwijze waar we het in veel opzichten niet mee eens kunnen zijn. Een organisatie als Het Scharlaken Koord (een van de tien in het POOP, PvO) ligt ons wat dat betreft veel beter. Maar dat we het met genoemde stichtingen op veel punten oneens zijn, betekent niet dat ze helemaal niets goeds kunnen doen. Op onderdelen doen ze dat wel degelijk.”
Waarom reageerde u vorige week toch zo verheugd op de brief van minister De Geus?
„De subsidieverlening was eigenlijk maar één aspect uit die brief. De hoofdzaak was er voor mij in gelegen dat de overheid hiermee erkent dat er een probleem ligt. Het is een goede zaak dat het Rijk nu zegt dat gemeenten er iets mee moeten doen en dat het zelf een aanjagende en stimulerende rol wil vervullen. En daaruit volgt dan de steun aan verschillende projecten die, hoewel ingebed in organisaties die op veel punten dingen doen waar we het niet mee eens zijn, op zichzelf wel ondersteund kunnen worden.”
Begrijpt u de teleurstelling die spreekt uit het POOP-manifest?
„Natuurlijk heb ik er begrip voor dat andere organisaties daar moeite mee hebben. Ik wil ook zeker wel een poging wagen om Het Scharlaken Koord er alsnog bij te betrekken. Maar punt is wel dat het kabinet heeft gezocht naar landelijk opererende organisaties voor prostituees. Langs die weg is het niet terechtgekomen bij Het Scharlaken Koord.”
Maar er is dus nog hoop?
„We zullen als SGP-fractie kijken waar we deze kwestie nog aan de orde kunnen stellen. Mogelijk volgende week al, tijdens een algemeen overleg waarin we terugblikken op de afschaffing van het bordeelverbod. En anders tijdens de behandeling van de begroting van Sociale Zaken. Maar hoe groot de kans van slagen is, durf ik niet te zeggen. De regering zou een organisatie als Het Scharlaken Koord, toch vooral actief in Amsterdam, wel eens kunnen doorverwijzen naar lokale initiatieven.”
Waarmee u de kans laat bestaan dat prostituees die willen ’uitstappen’ straks een rol krijgen aanbevolen in een pornofilm, een situatie waarvoor het POOP-manifest waarschuwt.
„Nou, mensen die eruit willen, willen niet van de regen in de drup komen. Ik ga er dus van uit dat nadrukkelijk wordt gestreefd naar werk dat een brede maatschappelijke aanvaarding geniet. Natuurlijk kan ik de projecten als zodanig niet beoordelen en zijn niet alle projecten op voorhand goed, maar het lijkt me toch dat rekening zal worden gehouden met de intenties van kabinet en Tweede Kamer. En zo niet, wanneer zich onaanvaardbare zaken voordoen, zullen we als SGP-fractie klaarstaan om de minister ter verantwoording te roepen.”