Leonora Grandia: Kerk moet Bijbelse opdracht over vervolgde christenen uitvoeren
ROTTERDAM. Kerken hebben de opdracht om iets te doen met christenvervolging, vindt Leonora Grandia.
„De Bijbel stelt duidelijk dat we om moeten zien naar medebroeders en -zusters die vanwege hun geloof worden vervolgd”, aldus Grandia deze week in Zicht, een uitgave van het wetenschappelijk bureau van de SGP.
Ze constateert dat voor de Bijbelse opdracht tot zending en evangelisatie in de kerken al jarenlang aandacht is. „Dan is het eigenlijk verwonderlijk dat de eveneens Bijbelse opdracht om de verdrukte christenen te gedenken in de kerken nog zo in de kinderschoenen staat.”
Wat Grandia –betrokken bij de werkgroep Vervolgde kerk van de Gereformeerde Gemeenten– betreft, hoeven kerken daarvoor geen eigen organisaties op te richten. „Het is beter de bestaande initiatieven te bundelen en met elkaar het gesprek aan te gaan, als kerken en met organisaties.”
Om de Bijbelse opdracht over de verdrukte kerk juist uit te voeren, is het volgens haar vooral nodig om „zelf verbonden te zijn” met Christus als Hoofd van Zijn Kerk.
De roeping van de kerk houdt „ten eerste in om te bidden voor de vervolgde kerk en ook voor de vervolgers”, aldus Grandia.
Daarnaast ziet ze het als „onze opdracht” om vervolgde christenen „vanuit de Schrift te bemoedigen.”
Grandia stelt verder „dat we wel eens vergeten dat lijden om Christus’ wil een verwaardiging is en een genadegift. Het is veelzeggend dat wij als westerse christenen blijkbaar niet waardig worden geacht om te lijden.”